Les 1. Werken met de Atlas

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 1

Werken met kaarten

Hoe lees je een kaart?

Begrijpen wat er op een kaart staat = kaartlezen

4 dingen die altijd op een kaart moeten staan

1.  titel     
2. noordpijl
3. legenda
4. schaal

Een Noordpijl (soms ook wel een kompasroos genoemd) is een afbeelding die de hoofdrichtingen aangeeft, Noord, Zuid, Oost en West. Op een kaart wordt hij gebruikt om de richting Noord aan te geven.

Schaal: hoeveel het gebied op de kaart is verkleind 

Dat gaan we oefenen...

Hoeveel kilometer is 1 centimeter op de kaart als de schaal 1:300.000 is?

1. 3KM
2. 30KM
3. 300KM
4. 3.000KM

Hoeveel kilometer is 1 centimeter op de kaart als de schaal 1:4.500.000

1. 4.5KM
2. 45KM
3. 450KM
4. 4.500KM

Het verschil tussen overzichtskaarten & thematische kaarten is dat bij een thematische kaart heeft het een onderwerp en laat zien waar de meeste mensen wonen. En bij overzichtskaarten staan er belangrijke steden, rivieren, zeeën en bergen.

Wat voor soort kaart zag je in de vorige dia?

1. Thematische kaart
2. Overzichtskaart

Wat voor soort kaart zag je in de vorige dia?

1. Thematische kaart
2. Overzichtskaart

Uitgezoomde kaart

Ingezoomde kaart

Waarom zou je een ingezoomde kaart willen gebruiken?

Wat is de absolute afstand van Reuver naar Amsterdam?

1. 187 kilometer
2. 2 uur en 7 minuten

Wat is de relatieve afstand van Reuver naar Maastricht?

1. 62 kilometer
2. 50 minuten

Waar vind je de bladwijzer in de atlas?

1. Aan de binnenkant van de kaft, achterin de atlas
2. Aan de binnenkant van de kaft, voorin de atlas
3. Aan de buitenkant van de kaft, voorin de atlas
4. Aan de buitenkant van de kaft, achterin de atlas

Welke 4 dingen moeten altijd op een kaart staan?

1. titel, noordpool lijn, agenda, schaal
2. titel, noordpijl, legenda, bord,
3. titel, noordpool lijn, legenda, bord
4. titel, noordpijl, legenda, schaal

Opdracht:

Iedereen krijgt een land of regio om op te zoeken in de atlas.

Je maakt een 'schatkaart' van je toegewezen land/regio. 

Op deze schatkaart moet je belangrijke geografische kenmerken aangeven, zoals bergen, rivieren, steden, enzovoort. 

Je mag ook symbolen gebruiken om aan te geven waar de 'schat' verborgen is.