In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Kaartlezen en schaal
Hoe werkt dat?
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les weet je....
1. wat een kaart is
2. de vier belangrijkste dingen die op een kaart moeten staan
3. wat de schaal is
4. hoe je de afstand m.b.v. de schaal kunt uit rekenen
5. wat "hemelsbreed" betekent
Slide 2 - Tekstslide
Aantekeningen
Noteer de belangrijkste zaken in jouw schrift
Slide 3 - Tekstslide
Gebieden en kaarten
Gebied = stuk aardoppervlak
Kaart = verkleinde tekening van een gebied
Waarom gebruik je een kaart?
Bijvoorbeeld:
- namen van plaatsen, rivieren of gebergten
- waar wonen de meeste mensen
- waar zijn wegen of vliegvelden
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
kaart Losser en omgeving
Je ziet de kaart van Losser en omgeving
Welke informatie geeft deze kaart?
Slide 6 - Tekstslide
Soms staat er geen noordpijl op de kaart, hoe weet je dan waar het noorden is?
Slide 7 - Open vraag
Schaal
Omdat een kaart een gebied kleiner afbeeldt, zijn de afstanden tussen plaatsen ook verkleind. Je gebruikt de schaal van een kaart als je de werkelijke afstand tussen plaatsen wilt weten.
Hoe werkt het?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Weet je het nog????
Km - hm - dam - m - dm - cm
Hoe kun je dit makkelijk onthouden?
Koning Hans danst met de carnaval mee.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Dat gaan we oefenen...
Hoeveel kilometer is 1 centimeter op de kaart als de schaal 1:300.000 is?
A
3KM
B
30KM
C
300KM
D
3.000KM
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel kilometer is 1 centimeter op de kaart als de schaal 1:4.500.000
A
4.5KM
B
45KM
C
450KM
D
4.500KM
Slide 13 - Quizvraag
Linksonder zie je de schaal van deze kaart. Hoeveel km is 1 cm in werkelijkheid?
Slide 14 - Open vraag
schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 2 kilometer
berekenen schaal
Je meet met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt.
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Topografische kaart
Wanneer gebruik je zo'n kaart?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Eens kijken of jullie het hebben begrepen......
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Wat voor soort kaart zag je in de vorige dia?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Wat voor soort kaart zag je in de vorige dia?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Wat voor soort kaart zag je in de vorige dia?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 26 - Quizvraag
Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Uitgezoomde kaart
Ingezoomde kaart
Slide 29 - Sleepvraag
Waarom zou je een ingezoomde kaart willen gebruiken?
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
Wat is de absolute afstand van Reuver naar Amsterdam?
A
187 kilometer
B
2 uur en 7 minuten
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de relatieve afstand van Reuver naar Maastricht?