Eerste les 3 basis combi klas

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Nederlands

1. Welkom 

2. Regels & verwachtingen

3. PTA
4. Classroom

Voorstellen

Meneer Buijvoets - Nederlands

Mevrouw Yilanci - Duits

Mevrouw Orban - Taaldocent

Meneer Peters - Directeur

Regels & verwachtingen

1. Je bent op tijd. 

2. Je hebt je spullen in orde: boek, pen, schrift, chromebook & oplader.

3. Zitten volgens de vaste plattegrond

4. Actief meeschrijven met uitleg

Classroom

Code:

q7s4ufp

PTA

1. Kijk & luisteren 

2. Taalverzorging H1 - H3 

3. Leesvaardigheid H1 - H4

4. Presenteren

5. Fictiedossier

6. E-mail schrijven

docs.google.com

Instructie 

1. Opdracht samen doornemen

2. Bepaal inleiding - middenstuk - slot

3. Begin met Mijn naam is ... 

Aan de slag

Wat?	E-mail schrijven
Hoe?	Zelfstandig
Vragen?	Stel ze aan een docent
Tijd?	20 min
Klaar?	Nieuws lezen (NOS, NU, AD, RTL)

Volgende keer

1. E-mail afmaken, bespreken en verbeteren.

2. Herhalingsopdracht PV + OW - Taalverzorging. 

Planning

1. E-mail afmaken

2. E-mail bespreken

3. Uitleg PV + OW 

4. Werkblad PV + OW 

Aan de slag

Wat?	E-mail schrijven
Hoe?	Zelfstandig
Vragen?	Stel ze aan een docent
Tijd?	5 min
Klaar?	Vraag aan docent om werkblad 2

Op welke manier heb je jezelf voorgesteld?

Hoe heb je aangegeven dat je reageert op de oproep en waarom je het leuk lijkt om DJ te zijn?

Noem de twee redenen of voorbeelden waarom jij geschikt bent als DJ

Wat is je artiestennaam?

Welke twee nummers zou je draaien op het feest en waarom?

Hoe heb je aangegeven dat je hoopt dat je gekozen wordt als DJ

Hoe heb je de mail afgesloten?

Welkom

1. Mededeling cijfer NE

2. Herhaling PV + OW

3. Afmaken werkblad 1 

4. Bespreken werkblad 1 

5. Start werkblad 2
6. Bespreken werkblad 2

Persoonsvorm

Persoonsvorm is altijd een werkwoord. Een werkwoord is iets wat je kan doen, bijvoorbeeld: fietsen, lopen, werken of drinken.

Je vindt de persoonsvorm door de zin van tijd te veranderen. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. 

VB: Ik loop naar school ---> Ik liep naar school

Onderwerp

Het onderwerp voert het werkwoord uit of het werkwoord doet iets met het onderwerp. 

Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: wie/wat + pv = ow

VB: 

1. Ik loop naar school. Wie loopt naar school? Ow = ik

2. De MediaMarkt sluit vanavond om 20.00 's avonds. Wie sluit? Ow = De MediaMarkt

Aan de slag

Wat?	Werkblad 1
Hoe?	Zelfstandig
Vragen?	Stel ze aan een docent
Tijd?	10 min
Klaar?	Vraag aan docent om werkblad 2

Enkelvoudige zin

Een zin met één persoonsvorm en één onderwerp.

De leerlingen uit 4T zijn niet op school. Zij zijn op kamp naar Limburg. 

Samengestelde zin

Een zin met twee of meer persoonsvormen en onderwerpen.

De leerlingen uit 4T zijn niet op school, want zij zijn op kamp in Limburg.

Aan de slag

Wat?	Werkblad 2
Hoe?	Zelfstandig
Vragen?	Stel ze aan een docent
Tijd?	10 min
Klaar?	Aantekeningen Nederlands leren