In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Terugblik
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je liever: €10 per week of €40 per maand?
A
€10 per week
B
€40 per maand
Slide 2 - Quizvraag
Reken de kosten om naar een bedrag per week
Telefoonabonnement €26 per maand = ..... per week
A
€5,50
B
€6
C
€6,50
D
€7
Slide 3 - Quizvraag
Hoe bereken je €20 per week om in maanden?
A
€20 x 4 = €
B
€20 x 52 : 12 = €
C
€20 x 31 = €
D
€20 x 30 = €
Slide 4 - Quizvraag
Hoe bereken je een stijging of daling in procenten?
A
(nieuw) : oud x 100
B
100 : (nieuw-oud) x oud
C
Deel : geheel x 100
D
(nieuw-oud) : oud x 100
Slide 5 - Quizvraag
vorige week had ik 23 uur online les. Deze week zijn het er 26. Wat is de procentuele verandering
A
(23-26)/26x100%
B
23/26x100%
C
(26-23)/23x100%
D
(26-23)/26x100%
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel procent is 15 van 75?
A
20%
B
35%
C
15%
D
10%
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Hagelslag van de Aldi kost 0,95. Hagelslag van de AH kost 1,10. Hoeveel is de AH duurder?
Slide 15 - Open vraag
ANWB
NIBUD
Vereniging Eigen Huis
Adviseert consumenten over geldzaken en onderzoekt de financiën van huishoudens
Komt op voor woningbezitters of voor mensen die een eigen woning gaan kopen
Belangen van leden voor mobiliteit, vakantie en vrije tijd.
Slide 16 - Sleepvraag
Wat doen consumentenorganisaties NIET?
A
Onpartijdige informatie geven
B
Informatie geven over de rechten en plichten van de consument
C
Opkomen voor detaillisten
D
Acties voeren om de belangen van consumenten te beschermen bij overheid en bedrijven
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noem je het als je met een grote groep consumenten veel invloed hebt op de producten die verkocht worden?
A
Vergelijkend warenonderdzoek
B
Consumer power
C
Actie van een consumentenorganisatie
D
Consumentenbond
Slide 18 - Quizvraag
Een potje aardbeienjam kost € 1,99 voor 500 gram. Een bakje aardbeien kost € 4,25 voor 500 gram. Hoeveel cent verschil zit er tussen deze producten per 100 gram?
A
0,40 cent
B
0,45 cent
C
0,50 cent
D
0,55 cent
Slide 19 - Quizvraag
Afronding van deze les
Je weet hoe je aan betrouwbare productinformatie komt.
Je weet wat keurmerken zijn.
Je weet dat consumenten veel macht hebben om producenten onder druk te zetten. Dit noemen we consumer power.
Je weet hoe je prijzen per hoeveelheid kunt berekenen (vraag van de week).