Het feodale systeem was een manier waarop de samenleving in de middeleeuwen was georganiseerd, vooral in Europa. Het werkte ongeveer van de 9e tot de 15e eeuw.
Hiërarchie: De samenleving was verdeeld in verschillende lagen. De koning stond bovenaan, gevolgd door de rijke edelen (zoals hertogen en graven). Daaronder waren de lagere edelen (zoals baronnen), en onderaan stonden de boeren, die vaak horigen waren. Horigen waren mensen die het land bewerkten en niet zomaar mochten verhuizen.
Land en landbouw: Land was het belangrijkste middel om rijkdom te krijgen. De meeste mensen werkten als boeren op het land van de edelen. Ze gaven een deel van hun oogst aan de edelman in ruil voor bescherming en het recht om het land te bewerken.
Militaire dienst: De edelen moesten hun leenheren (de hogere edelen) helpen in oorlogen door soldaten te leveren. In ruil daarvoor kregen ze land en bescherming.