Mike is met zijn Playstation aan het gamen en zijn vader scheert zich in de badkamer.
pv = vraagzin --> ww vooraan
o = wie/wat + pv?
gez. = alle ww + aan het + te + zich + splitsbare ww
lv = wie/wat + gez. + o?
mv = aan/voor wie is het bestemd?
bwb = prullenbakwoorden + w+h-vragen (behalve wie of wat)
HZ = pv + o (of andersom) naast elkaar (kan niks tussen)
BZ = er kan iets tussen pv + o