Theorie: schijf van 5, dieetwensen, ergonomie en veiligheid, zelfredzaamheid

Schijf van vijf 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Schijf van vijf 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de vakken van schijf van vijf noemen  
  • Je kunt de vijf basisregels opnoemen 

Slide 2 - Tekstslide

Groente en fruit
Belangrijk vanwege: vezels,  vitamine A en C en mineralen
1
Smeer- en bereidingsvetten
Vitamine A, D en E en essentiele vetzuren.
Halverine, margarine, olien.
Bouwstof en brandstof voor ons lichaam en levert vitamines.
verzadigd vet en onverzadigd vet 
2
Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei
Eiwit, mineralen zoals calcium en ijzer, vitamine B12 en visvetzuren. Met eten van vis verlaag je risico op hart- en vaatziekten. Peulvruchten verlagen je LDL-cholesterol, helpt om je bloedvaten gezond te houden. In vlees en ei zitten veel voedingsstoffen
3
Brood, graanproducten en aardappelen
Koolhydraten, eiwit, vezels, B vitamines, ijzer en jodium. Graanproducten leveren energie en andere voedingsstoffen. 
4
Dranken
Belangrijk voor vochtbalans van je lichaam -> water, koffie en thee
5

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aan welk vakje heb je de meeste behoefte?
A
Dranken
B
Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei
C
Groente en fruit
D
Brood, graanproducten en aardappelen

Slide 5 - Quizvraag

Kinderen 
  • Eten wat de pot schaft 
  • Eiwitten en calcium -> aanmaak van nieuwe cellen
  • Voedingsmiddelen waarop ze kunnen kauwen  

Slide 6 - Tekstslide

Volwassenen 
  • Eet minimaal 250  gram groente per dag
  • Eet twee porties fruit per dag (200 g) 
  • Gebruik volkoren graanproducten i.p.v. witte varianten 
  • Gebruik zachte vetten en olie i.p.v. boter en harde margarine 
  • Vermijd bewerkt vlees en vette vleessoorten 
  • Eet vette vis 
  • Gebruik minder zout 
  • Minder frisdrank
  • Meer peulvruchten 
  • Dagelijks ongezouten noten 
  • Dagelijks groene of zwarte thee 
  • Gefilterde koffie i.p.v ongefilterde koffie 
  • Minder vruchtensappen 
  • Liever geen alcohol  

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveelheid 
  • Per dag verschillend per leeftijd + geslacht 

Slide 8 - Tekstslide

Basisregels 
5 basisregels: 
  • Eet gevarieerd 
  • Eet niet te veel en beweeg voldoende 
  • Eet minder verzadigd vet 
  • Eet veel groente, fruit en brood 
  • Eet veilig 

Slide 9 - Tekstslide

Noem de 5 basisregels volgens de schijf van vijf

Slide 10 - Open vraag

Dieetwensen 

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt de verschillende achtergronden van dieetwensen noemen 

Slide 12 - Tekstslide

Dieetwensen
  • Voedselallergie 
  • Vegetarisch 
  • Religieuze voedingsvoorschriften  

Slide 13 - Tekstslide

Voedselallergie 
  • Koemelk
  • Noten
  • Bepaalde groenten en fruitsoorten
  • Gluten (een eiwit dat voorkomt in bepaalde graansoorten als tarwe, rogge en gerst) 

Slide 14 - Tekstslide

Kinderopvang 
  • Geen honing tot 12 maanden 
  • Overgeven en diarree  

Slide 15 - Tekstslide

Vegetarisch 
  •  Geen vlees of vis 
  • Veganisten
  • Ze willen niet dat dieren gedood worden voor de voeding  
  • Tegen de bio-industrie 
  • Verkeerde stoffen (verzadigde vetten, antibiotica en groeihormonen
  • Milieu 
  • Graan voor veevoer kan beter dienen als voedsel voor mensen 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Als je geen vlees eet maar wel melk drinkt ben je
A
Vegetarisch
B
Veganist

Slide 18 - Quizvraag

Religie 
  • Moslims -> halal + ramadan
  • Joden -> koosjer  
  • Hindoes -> reïncarnatie 

Slide 19 - Tekstslide

Welke drie redenen voor dieetwensen hebben we besproken?

Slide 20 - Open vraag

Ergonomie en veiligheid 

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt benoemen wat je zelf kunt doen om ergonomisch te werken 
  • Je kunt vertellen waar je op let voor veiligheid in de kinderopvang  

Slide 22 - Tekstslide

Ergonomie 
  • Maakt je werk gemakkelijker 
  • Bespaart tijd en energie 
  •  Kan lichamelijke klachten voorkomen 
  • Maakt het werken veiliger 
  • Juiste kleding
  • Goede schoenen
  • Werkzaamheden afwisselen
  • Niet te zwaar tillen en op de juiste manier tillen
  • Niet steeds dezelfde bewegingen maken 
  • Zittend werken  
  • Voldoende pauzes nemen
  • Openstaan voor nieuwe manieren van werken 

Slide 23 - Tekstslide

Veiligheid 
  • Kinderen mogen niet zomaar naar buiten kunnen
  • Ze moeten niet uit hun bedje of commode kunnen vallen 
  • De meubels mogen geen scherpe hoeken hebben
  • Geen scherpe dingen op de grond
  • Alles moet schoon zijn
  • De kinderen mogen niet bij een stopcontact kunnen komen
  • Hekjes voor trappen 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat kun je doen om ergonomisch te werken?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Hoe creëer je veiligheid in de kinderopvang?

Slide 28 - Open vraag

Zelfredzaamheid 

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt een voorbeeld opnoemen van het stimuleren van zelfredzaamheid bij jongeren  

Slide 30 - Tekstslide

Stimuleren van zelfredzaamheid bij jongeren 
  • Jezelf verzorgen
  • Huishoudelijke taken
  • Sociale vaardigheden
  • Observeren
  • Hulpbehoefte achterhalen
  • Stimuleer om zo veel mogelijk zelf te doen  

Slide 31 - Tekstslide

Hoe zou jij zelfredzaamheid stimuleren bij jongeren

Slide 32 - Open vraag

Tips & Tops 
Heb jij de leerdoelen behaald, waarom wel/niet?
Noteer tips en tops over de les 

Slide 33 - Tekstslide