Sta je hier niet tussen, dan sta je nu op 'huiswerk vergeten'. Maak de volgende keer je huiswerk wel!
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
R
T1
T2
I
Slide 4 - Tekstslide
Begrippen H2:
Onderwerp: één woord of een woordgroep (geeft aan waar de tekst over gaat)
Deelonderwerpen: één woord of een woordgroep (geeft aan waar één of een paar alinea's samen over gaan)
Hoofdgedachte: één zin (geeft aan waar de tekst over gaat)
Kernzin: belangrijkste zin in de alinea.
Slide 5 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Wat moet je doen om het onderwerp en de hoofdgedachte te vinden? Waar zoek je?
Het onderwerp van een tekst = het samenvatten van de tekst in één woord of woordgroep.
De hoofdgedachte van een tekst = onderwerp + hoofdzaken in één zin.
Tekst bekijken, inleiding + slot lezen
Hele tekst lezen
Slide 6 - Tekstslide
Tekst: Welk opvoedboekje houdt AI Barbie erop na?
Pak erbij:
Oefenboek pg. 36
Slide 7 - Tekstslide
Waarmee beginnen we met lezen/bekijken?
Titel
Tussenkopjes (in het vet)
Afbeelding
Bron
Inleiding (in het vet)
Slot (alinea 9)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Vraag 10. Wat is het onderwerp van deze tekst?
Smart toys / slim speelgoed / speelgoed met AI
timer
2:00
Slide 10 - Tekstslide
Moeilijke begrippen?
Alinea 2.
Ethisch debat = gesprek met een dilemma
Alinea 7.
Indirecte morele waardeoordelen = oordeel / mening op een indirecte manier.
Alinea 9.
autoritair = de baas spelen
laissez-faire = iets laten gebeuren
Maak opdracht 11 en 12.
Klaar? Ga verder met de opdrachten.
timer
7:00
Slide 11 - Tekstslide
Robotvrienden worden steeds slimmer (geavanceerder), maar het is de vraag welk opvoedboekje ze erop nahouden.
Opdracht 11, bespreken
Slide 12 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Wat geeft het woord 'zo' aan?
Er volgt nu extra uitleg op het ethische debat dat in de zin ervoor genoemd wordt.
Slide 13 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Wat geeft het woord 'zo' aan?
Er volgt nu extra uitleg op de nieuwe vormen van interactie dat in de zin ervoor genoemd wordt.
Slide 14 - Tekstslide
Sociale robots kunnen waardevolle communicatie stimuleren. Ze worden bijvoorbeeld ingezet om kinderen met autisme te helpen bij het leggen van contact. (Alinea 3)
Er wordt nog een ander mogelijk voordeel genoemd in alinea 8 >>>
Als frictie gezond is om een gezonde volwassene te worden, is het dan ook goed als er slim speelgoed is dat tegen de opvoedstijl in gaat?
Opdracht 12, bespreken
Slide 15 - Tekstslide
Moeilijke begrippen?
Alinea 2.
Ethisch debat = gesprek met een dilemma
Alinea 7.
Indirecte morele waardeoordelen = oordeel / mening op een indirecte manier.
Alinea 9.
autoritair = de baas spelen
laissez-faire = iets laten gebeuren
Maak opdracht 13 en 14.
Klaar? Ga verder met 15.
timer
8:00
Slide 16 - Tekstslide
De reacties die in smart toys zijn geprogrammeerd bevatten indirect morele waardeoordelen over de wereld om ons heen. In dit voorbeeld komen waardeoordelen over vriendschap naar voren.
>>> Kun je wel bevriend zijn met een stuk speelgoed?
Opdracht 13, bespreken
Slide 17 - Tekstslide
Bijvoorbeeld:
Onderzoek is nodig
Onderzoek volgt
Opdracht 14, bespreken
Slide 18 - Tekstslide
Wat moet je doen om de hoofdgedachte te weten?
Lees de hele tekst
Bedenk wat het onderwerp is.
Maak een hele zin (begin met een hoofdletter, zet een onderwerp en persoonsvorm erin en eindigt met een punt).
Hoofdgedachte >> vraag 15
Slide 19 - Tekstslide
Bijvoorbeeld:
Slim speelgoed beïnvloedt de opvoeding van kinderen en moet daarom beter onderzocht worden.
Opdracht 15, bespreken
Slide 20 - Tekstslide
Verdiepingsopdracht
Slide 21 - Tekstslide
Vind je het een goed idee om AI in speelgoed te gebruiken? Of is het juist een gevaarlijke ontwikkeling? Schrijf een tekstje over het gebruik van AI in speelgoed.
Schrijf in je schrift/map
Het nieuwe onderwerp is 'AI in speelgoed'.
1. Schrijf een hoofdgedachte.
2. Schrijf een alinea (minstens 6 zinnen) bij jouw hoofdgedachte.
3. Schrijf een titel boven je tekst.
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.
timer
6:00
Slide 22 - Tekstslide
Vind je het een goed idee om AI in speelgoed te gebruiken? Of is het juist een gevaarlijke ontwikkeling? Schrijf een tekstje over het gebruik van AI in speelgoed.
Schrijf in je schrift/map
Het nieuwe onderwerp is 'AI in speelgoed'.
1. Schrijf een hoofdgedachte.
2. Schrijf een alinea (minstens 6 zinnen) bij jouw hoofdgedachte.
3. Schrijf een titel boven je tekst.
4. Ruil je schrift met je buur en geef tips aan elkaar.
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.
Slide 23 - Tekstslide
Vind je het een goed idee om AI in speelgoed te gebruiken? Of is het juist een gevaarlijke ontwikkeling? Schrijf een tekstje over het gebruik van AI in speelgoed.
Open een document in Word
1. Bedenk een hoofdgedachte op bij het onderwerp 'AI in speelgoed'.
2. Schrijf twee alinea's bij jouw hoofdgedachte.
3. Schrijf een titel boven je tekst.
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.
Klaar? Lever je opdracht in via Teams.
Slide 24 - Tekstslide
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Wat is de definitie van het onderwerp?
2. Wat is de definitie van de hoofdgedachte?
3. Wat zijn de voorkeursplaatsen voor het onderwerp? / Hoe vind je het onderwerp?
4. Wat zijn de voorkeursplaatsen voor de hoofdgedachte? / Hoe vind je de hoofdgedachte?