Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn.
Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen.
Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen.
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik
Wat was ook alweer het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?
Op welke voorkeursplaatsen vond je de hoofdgedachte vaak terug in een tekst?
Slide 5 - Tekstslide
Oriëntatie op het onderwerp
Een goede voorbereiding op een tekst lezen, is 'je oriënteren op het onderwerp'.
Daardoor activeer je voorkennis die je al in je hoofd hebt.
Je haalt dus 'aanwezige kennis naar boven'.
Het onderwerp waarop we ons vandaag oriënteren is 'artificiële intelligentie'.
We bekijken een filmpje en foto's die hiermee te maken hebben.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Voorkennis activeren
Wat weet jij over kunstmatige intelligentie?
Slide 9 - Tekstslide
KI/AI
Kunstmatige of artificiële intelligentie
Kent veel verschijningsvormen:
Deep fakes
Taalcomputers en robots
Smart home-apparaten
Slide 10 - Tekstslide
Wie heeft er thuis een vorm van kunstmatige intelligentie?
Nee, niks
Misschien wel iets
Ja, een paar dingen
Heel veel!
Slide 11 - Poll
Aan de slag!
We gaan oefenen met het lezen van een tekst: 'Welk opvoedboekje houdt AI Barbie erop na?
We lezen eerst samen de tekst. Jullie beantwoorden de vragen daarna in LessonUp.
Slide 12 - Tekstslide
10. Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 13 - Open vraag
11. Welk probleem wordt in alinea 1 aan de orde gesteld?
Slide 14 - Open vraag
12. Welk voordeel van gezelschapsrobots wordt in de tekst genoemd?
Slide 15 - Open vraag
13 Ben je het eens met de laatste zin van alinea 4 ? ('Opvoedkundigen ... kunnen wanen.')
Ja, dat denk ik ook.
Nee, ik denk dat niet.
Slide 16 - Poll
14 In alinea 5 is een gesprekje tussen een kind en AI Barbie opgenomen als voorbeeld. Wat moet dit voorbeeld duidelijk maken?
Slide 17 - Open vraag
Leerdoelen behaald?
Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn.
Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen.
Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen.
Slide 18 - Tekstslide
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 19 - Poll
Als je terugkijkt op paragraaf 1 (Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel) en paragraaf 2 (Inleiding en slot), welke stof wil jij dan graag nog herhalen in een volgende les?