H3.3 Chemische reacties en reactiesnelheid nmo

H3.3 Chemische reacties en reactiesnelheid
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H3.3 Chemische reacties en reactiesnelheid

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
ik kan aangeven wat een chemische reactie is
ik kan aangeven wat de reactiesnelheid is
ik kan aangeven hoe je de reactiesnelheid kan veranderen

Slide 2 - Tekstslide

leeractiviteiten
uitleg chemische reacties, reactiesnelheid
lezen 43 t/m 46 
Maken 43 t/m 66

Slide 3 - Tekstslide

H3.3 Chemische reacties en reactiesnelheid

Slide 4 - Tekstslide

Een chemische reactie
Beginstoffen veranderen in andere stoffen, reactieproducten

Dit proces kan je niet omdraaien!

Slide 5 - Tekstslide

Botsende deeltjesmodel

Voor de reactie zijn de stoffen AB en CD
aanwezig. Wanneer deze stoffen effectief op elkaar botsen,
ontstaan de stoffen AD en CB.





Wanneer een botsing voldoende krachtig
is, kunnen de atomen



hergroeperen. Er wordt dan gesproken van
een effectieve botsing.



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

  1. Chemische reactie
Geen Chemische reactie
suiker in de thee doen
water koken
taart bakken
filtreren
destilleren
verbranden van hout

Slide 8 - Sleepvraag

  • suiker in de thee doen
  • geen chemische reactie
  • water koken
  • geen chemische reactie
  •  taart bakken
  • wel chemische reactie

Slide 9 - Tekstslide

Wat is wel en geen chemische reactie  
  • filtreren
  • geen chemische reactie
  • destilleren
  • geen chemische reactie
  •  verbranden van hout
  • wel chemische reactie

Slide 10 - Tekstslide

chemische reactie
 beginstoffen -------------------> reactieproducten

tijdens reactie kan je de veranderingen:
- zien
- horen
- voelen
- etc.

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld chemische reactie
reactieschema van een verbrandingsreactie

aardgas + zuurstof ----> koolstofdioxide + water

Slide 12 - Tekstslide

opdracht
WAT: maak de opgaven 43 t/m 50 van H3.3 
HOE: digitaal of in werkboek aanwezig in teams
HULP: boek en docent
TIJD: 10 min
KLAAR: kijk je antwoorden na vanuit het uitwerkingenboek

Slide 13 - Tekstslide

Een snelle en een langzame reactie

Slide 14 - Tekstslide

reactiesnelheid
  • zijn heel verschillend.
  • langzaam = roesten
  • minder langzaam = koken van een eitje
  • snel = explosie

Slide 15 - Tekstslide

zelf beinvloeden van de snelheid
  • temperatuur verhogen
  • deeltjes kleiner maken = verdelingsgraad groter maken
  • bij gassen de druk groter maken 
  • bewegen
  • concentratie is groter
  • katalysator gebruiken
  • andere stof gebruiken

Slide 16 - Tekstslide

Reactiesnelheid invloeden

De soort stof/materie.




Magnesium reageert sneller met zoutzuur
dan dat zink dat doet




Slide 17 - Tekstslide

Verdelingsgraad

Wanneer de deeltjes fijner worden, wordt

het oppervlakte groter. De verdelingsgraad neemt toe.

De reactiesnelheid neemt toe, omdat:

  • deeltjes fijner —> grotere verdelingsgraad
  • grotere verdelingsgraad —> meer effectieve botsingen
  • meer effectieve botsingen —> grotere reactiesnelheid


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Concentratie in vloeistof of gas

Wanneer de concentratie groter is, zijn er meer deeltjes aanwezig waardoor de kans op effectieve botsingen

groter is. De reactiesnelheid neemt toe, omdat:

  • concentratie groter —> meer deeltjes aanwezig
  • meer deeltjes aanwezig —> meer effectieve botsingen
  • meer effectieve botsingen —> grotere reactiesnelheid


Slide 20 - Tekstslide

Concentratie (hoeveelheid deeltjes)

Slide 21 - Tekstslide

Temperatuur

Bij een hogere temperatuur bewegen de moleculen sneller

waardoor de kans op effectieve botsingen groter is.

De reactiesnelheid neemt toe, omdat:

  • temperatuur groter —> moleculen bewegen sneller
  • moleculen bewegen sneller —> meer effectieve botsingen
  • meer effectieve botsingen —> grotere reactiesnelheid

Slide 22 - Tekstslide

Katalysator

Soms verloopt een reactie niet wanneer twee stoffen bij elkaar

worden gevoegd. Wanneer een katalysator wordt toegevoegd verloopt de reactie wel (en sneller), zoals bij de olifantentandpasta.

Een katalysator is een stof die de reactie versnelt, maar niet wordt verbruikt tijdens de reactie.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

al deze manieren kan je ook gebruiken
om de reactiesnelheid te vertragen

dan ga je juist het tegenovergestelde doen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

opdracht
WAT: maak de opgaven 55 t/m 66 van H3.3 
HOE: zelfstandig en alleen fluisteren
HULP: boek en docent
TIJD: tot 5 min voor eind? 
KLAAR: kijk je antwoorden na vanuit het uitwerkingenboek

Slide 27 - Tekstslide

Wat hebben jullie in deze les geleerd?
(kijk naar de leerdoelen)

Slide 28 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 29 - Open vraag