Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordsoorten
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Benoem de woordsoorten in de zin.
Het enorme vliegtuig is geland op Schiphol
werkwoord
voorzetsel
bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
Het
enorme
vliegtuig
is
op
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
bijwoord
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
werkwoord
Een
dikke
man
loopt
snel
de
straat
in
Slide 14 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
werkwoord
bezittelijk vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
Jouw
gekke
tante
is
in
de
tuin
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de kenmerken van de woordsoorten naar de juiste woordsoort.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.
Heeft meestal een enkelvoud en een meervoud.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
Je kunt er meestal de, het of een voor zetten.
Een eigennaam is een vorm van deze woordsoort.
Deze woordsoort zegt iets over het ZN.
Deze woordsoort staat meestal vóór het ZN.
Deze woordsoort heeft een korte en een lange vorm.
Je kunt vaak de trappen van vergelijking erop toepassen.
Er bestaat ook een stoffelijke variant van deze woordsoort.
Slide 16 - Sleepvraag
woordsoorten
Zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Gezegde
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoorden
Lijdend voorwerp
Slide 17 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
Bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig naamwoord
Het
kleine
meisje
met
haar
zelfgeknipte
pony.
Slide 18 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
persoonlijk vnw
werkwoord
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk naamwoord
Zij
willen
op
rode
fiets
de
Slide 19 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
Lijdend voorwerp
voltooid deelwoord
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
persoonsvorm
Een
hongerige
man
heeft
hamburgers
gegeten
Slide 20 - Sleepvraag
Benoem de woordsoorten in de zin.
Het lieve kind heeft gehuild op school.
werkwoord
voorzetsel
bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
Het
lieve
kind
heeft
op
Slide 21 - Sleepvraag
Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?
Sommige woordsoorten gebruik je vaker gebruiken en gebruik je niet.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Op
maandag
zit
Larissa
aan
de
kassa.
Slide 22 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
2BK - grammatica
Februari 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
20 11 2020
Juni 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,3
OL - 2 - 2e klas
Maart 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
woordsoorten zelfstandig bijvoeglijk naamwoord lidwoord
April 2024
- Les met
43 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordsoorten (2 basis)
Juni 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2F Grammatica - woordsoorten
September 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Proefles Nederlands
December 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Zinsdelen en woordsoorten IVKO 2
Januari 2021
- Les met
12 slides
Middelbare school