bs 3 , 4 en 5

bs 3 kringlopen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

bs 3 kringlopen

Slide 1 - Tekstslide

Kringloop van water

Slide 2 - Tekstslide

koolstof kringloop

Slide 3 - Tekstslide

stikstof kringloop

Slide 4 - Tekstslide

bs 4  piramiden

Slide 5 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 6 - Tekstslide

piramide van aantallen
?

Slide 7 - Tekstslide

piramide van aantallen

Slide 8 - Tekstslide

organismen bestaan uit verschillende stoffen zoals: 
water koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen en vitaminen

Slide 9 - Tekstslide

piramide van biomassa
biomassa is het totale gewicht van alle energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten en vetten)

Slide 10 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 11 - Tekstslide

bs 5 energiestromen

Slide 12 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Bodemvochtigheid en concurrentie. Zijn deze factoren abiotisch of biotisch?
A
Beide zijn abiotisch
B
Beide zijn biotisch
C
Bodemvochtigheid abiotisch, concurrentie biotisch
D
Bodemvochtigheid abiotisch, concurrentie biotisch

Slide 16 - Quizvraag

Vraag 5. Welke plaats heeft de mens in de voedselkringloop bij het drinken van koemelk?

A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Consument 3e orde

Slide 17 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 18 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 19 - Quizvraag

welke schakel zijn de vleeseters?
A
2e
B
3e

Slide 20 - Quizvraag

waarmee begint een voedselketen altijd?
A
plant
B
dier

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Ecologie'?
A
De leer van de populaties van hun soorten
B
De leer van de relaties tussen organismen en hun milieu
C
De wetenschap die Darwin heeft bestudeerd
D
De wetenschap die de grondslag van de fotosynthese bepaalt

Slide 22 - Quizvraag

wat is een consument?
A
een organisme dat voedsel maakt
B
een organisme dat voedsel eet

Slide 23 - Quizvraag