In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
6.5 Wij en het weer
Slide 1 - Tekstslide
Voor vandaag
Vorige les
Uitleg bij 6.5
Opdrachten maken bij 6.5
Lesafsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen vorige les
Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.
Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer
Slide 3 - Tekstslide
Het onweert buiten. Je ziet de bliksem inslaan. Je telt 4 seconden voor je de donder hoort. Wat is de afstand tussen jou en de blikseminslag?
A
Ongeveer 1020 meter
B
Ongeveer 1360 meter
C
Ongeveer 1700 meter
D
Ongeveer 2100 meter
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het verstandigste om te doen bij onweer?
A
Het water opgaan in een bootje
B
Een gebouw ingaan
C
Schuilen in een auto
D
Schuilen onder een boom
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
voorbeeld berekening
Jonne gaat om 15.00 op de fiets naar huis. Ze ziet in de verte een onweersbui. Tijd tussen bliksem en donder is 24 sec. Hoe ver is het onweer bij Jonne vandaan?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
tijd = 24 sec (en geluidssnelheid = 343 m/s)
Afstand
Afstand = snelheid x tijd
Afstand = 343 x 24 = 8232
Afstand is 8232 m
Slide 7 - Tekstslide
voorbeeld berekening
Jonne gaat om 15.00 op de fiets naar huis. Ze ziet in de verte een onweersbui. De bui heeft een snelheid van 48 km/h. Bereken hoever om 15.05 het onweer is.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
t =5 min =300 s en snelh =48 km/h =13,3 m/s
Afstand
Afstand = snelheid x tijd
Afstand = 13,3 x 300 = 4000 m
Afstand is 8232 - 4000 m = 4232 m
Slide 8 - Tekstslide
voorbeeld berekening
Jonne gaat om 15.00 op de fiets naar huis. Ze ziet in de verte een onweersbui. De bui heeft een snelheid van 48 km/h. Bereken wat om 15.05 de tijd is tussen bliksem en donder.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
Snelh = 343 m/s en afstand = 4232 m
tijd
tijd = afstand : snelheid
tijd = 4232 : 343 = 12,3
Dan is de tijd 12,3 sec
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen 6.5
Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.
Je weet wat het weerbericht aangeeft.
Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is.
Slide 10 - Tekstslide
Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.
Slide 11 - Tekstslide
Het weerbericht
Is een VERWACHTING, geen voorspelling!
Verwachting: geeft een kans aan
Tot maximaal 3 dagen nauwkeurig door invloeden van water (Noordzee en Atlantische oceaan)
Gaat om gemiddelden.
Slide 12 - Tekstslide
Weersverwachting
Meteorologische gegevens worden verzameld en vergeleken met waarden uit andere jaren.
Map wordt gemaakt waar over gepresenteerd wordt
Computer nodig die allerlei dingen uitrekent en visualiseert
Slide 13 - Tekstslide
Metingen voor weerbericht
Meteorologische stations verzamelen metingen:
- temperatuur --> ?
- windrichting --> windvaan
- windkracht --> anemometer
- luchtdruk --> ?
- luchtvochtigheid --> hygrometer
Slide 14 - Tekstslide
Je weet wat het weerbericht aangeeft.
Slide 15 - Tekstslide
Weerkaart
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Temperatuur in een weerbericht
In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celsius.
Hoe warm wordt het?
Slide 18 - Tekstslide
Valt er neerslag?
Wat voor neerslag?
Hoeveel neerslag?
Waar is de kans het grootst?
Slide 19 - Tekstslide
Weersomstandigheden
Soms waarschuwt het weerbericht voor extreme weersomstandigheden
Bijvoorbeeld bij hitte, kou, storm of neerslag
Slide 20 - Tekstslide
Codes
Groen = geen waarschuwing
Geel = gevaarlijk weer, vooral watersporten moeten opletten
Oranje = extreem weer, een groot gevaar
Rood = weeralarm, extreem gevaar
Wanneer? Bij veel neerslag, veel ijs, veel wind of veel smog.
Slide 21 - Tekstslide
Luchtvervuiling
Smog
luchtvervuiling door rook en uitlaatgassen.
Smoke + fog = smog
Slide 22 - Tekstslide
Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is.
Slide 23 - Tekstslide
Voor wie is weer belangrijk?
Lucht en scheepvaart voor veiligheid
Treinverkeer, bij onweer kan bliksem inslaan in bovenleiding
Landhouders, of er droogte is of niet
Als je op vakantie gaat, wat moet je mee nemen
Slide 24 - Tekstslide
Regels
Je gaat met respect met elkaar om......
Doet iemand dat toch niet? Dan kom je naar mij toe!
Hoor ik dat je geen respect hebt/ lullig doet mag je er gelijk uit
Schelden is 1x een waarschuwing, bij 2e keer klaar
Heb je een vraag, dan kan je bij mijn bureau komen
Alleen overleggen met degene naast je
Slide 25 - Tekstslide
Aan de slag
Wat: Maken 6.5 BLZ 109 opdracht 1 t/m 19 (5 niet)
Hoe: Zelfstandig / samen
Hulp: 1. Boek 2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min
Klaar: 1. Nakijken met nakijkboek 2. Samenvatting maken H6