1.Herhalen celleer en weefselleer

Herhalingsles cellen 
& epitheelweefsel 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
PedicureMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles cellen 
& epitheelweefsel 

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen celleer
1. Klassikaal beautylevel celleer masterclass 

2.  Zelfstandig Celleer Boekcheck 21253 


3. Klassikaal Quizvragen celleer   

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste kenmerk van het celmembraam?
A
dat deze semi- permeabel is
B
dat deze permeabel is
C
dat deze doorlaatbaar is

Slide 3 - Quizvraag

Het cellichaam bestaat uit?

Slide 4 - Open vraag

Als je ouder wordt verandert het cytoplasma van….
A
geleiachtig (gelvorm) naar vloeibaar (solvorm)
B
stroopvormig naar olieachtig
C
vloeibaar (solvorm) naar geleiachtig (gelvorm

Slide 5 - Quizvraag

Het cytoplasma en het kernplasma noemen we ook wel….

A
Solplasma
B
Nucleoplasma
C
Protoplasma

Slide 6 - Quizvraag

In een menselijke celkern
zitten…..paar chromosomen

Slide 7 - Open vraag

Bij directe celdeling deelt de....
A
celkern en cellichaam tegelijk
B
celkern eerst en daarna het cellichaam
C
cellichaam eerste en daarna de celkern

Slide 8 - Quizvraag

Bij mitose spreken we van…

A
Verdubbeling
B
Reductie (vermindering)

Slide 9 - Quizvraag

Vegetatieve 
levensverrichtingen
Animale 
levensverrichtingen
Prikkelbaarheid
Voortplanting
Groei
Beweging
Stofwisseling

Slide 10 - Sleepvraag

Weefselleer

Slide 11 - Tekstslide

Soorten weefsels

Slide 12 - Tekstslide

Cellen met weinig tussenstof
cellen met uitlopers
Cellen met veel tussenstof en vezels
Cellen die contraheren
epitheel weefsel
Bind en steun weefsel
Spier weefsel
zenuw weefsel

Slide 13 - Sleepvraag

Soorten epitheelweefsel ingedeeld naar vorm 
1. Plaveisel epitheel
2. Kubisch epitheel 
3. Cylindrisch epitheel
4. Trilhaarepitheel 

Lees blz. 13,14 en 15 van beautylevel 

Slide 14 - Tekstslide

Waar vinden we meerlagig plaveisel epitheel?
A
geslachtsorganen
B
huid
C
neus en longen
D
darmen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de functie van het trilhaar epitheel?
A
opvangen van stofdeeltjes
B
afvoeren van stofdeeltjes
C
vochtig houden van de luchtwegen
D
opvangen en afvoeren van stofdeeltjes

Slide 16 - Quizvraag

cylindrische cellen
kubus cellen
plaveisel cellen
trilhaar cellen

Slide 17 - Sleepvraag

Stof afscheidend epitheelweefsel
1. Exocrien = klieren met een afvoerbuis

2. Endocrien = klieren zonder afvoerbuis
Geven hun afscheidingsproduct af aan het bloed  (hormonen)

3.Endo-exocrien = klieren met en zonder afvoerbuis
Klieren die een hormoon afscheiden en ook een afscheiding hebben via een afvoerbuis, geslachtsklieren en alvleesklier

Slide 18 - Tekstslide

Exocriene klieren
(wijze van afscheiding) 
1. Eccrien (cel blijft behouden)
speekselklieren, kleine zweetklieren
 
2. Apocrien (deel van de cel afscheiden)
grote zweetklieren en de oorsmeerklieren

 3.Holocrien (hele cel gaat verloren), talgklier

Slide 19 - Tekstslide

Vorm van de klieren
1. Buisvormig/Tubulair

2. Trosvorming/alveolair

3. Gemengd
(oorspeekselklier) 

Slide 20 - Tekstslide

Exocrien
Buisvormig

Endocrien
Exocrien
Trosvormig

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is een eigenschap van exocriene klieren?

A
Produceren alleen hormonen
B
Hebben een afvoerbuis
C
Hebben geen afvoerbuis
D
Hebben alleen andere stoffen dan hormonen

Slide 22 - Quizvraag

1) Een zweetklier is een exocriene klier
2) Hormoonklieren zijn endocriene klieren
A
1 en 2 zijn beide onjuist
B
1 en 2 zijn beide juist
C
1 is juist 2 is onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we het afscheiden van nuttige stoffen door een klier?
A
Excretie
B
Incretie
C
Secretie

Slide 24 - Quizvraag

Welk van onderstaande antwoorden behoort tot de talgklier?
A
endocrien en holocrien
B
endo-exocrien en eccrien
C
exocrien en holocrien
D
exocrien en eccrien

Slide 25 - Quizvraag

Volgende les
Voorbereiden hoofdstuk weefselleer 
1.2. - 1.5

Slide 26 - Tekstslide