2.3 gelijkvormigheid

Gelijkvormige driehoeken
Pak je boek en schrift (en een pen)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gelijkvormige driehoeken
Pak je boek en schrift (en een pen)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent de drie regels van gelijkvormigheid
  • Je weet op welke manier je gelijkvormigheid noteert
  • Je kan lengtes van zijden uitrekenen met behulp van gelijkvormigheid

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Regels gelijkvormigheid
Drie manieren om gelijkvormigheid te herkennen:
  1.    Drie hoeken zijn gelijk 
  2.    Alle drie zijden staan in verhouding tot elkaar 
  3.    Twee zijden staan in verhouding en de hoek ertussen is           gelijk 

Slide 5 - Tekstslide

43
77
43
77

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zijn de driehoeken gelijkvormig?

Slide 7 - Tekstslide

Notatie gelijkvormigheid
                                                     
Driehoek ABC is gelijkvormig met driehoek DEF.
Hierbij staan de hoeken die even groot zijn op dezelfde plek.
ΔABC
ΔDEF

Slide 8 - Tekstslide

ΔABC
ΔDEF

Slide 9 - Tekstslide

ΔABC

Slide 10 - Tekstslide

ABC is gelijkvormig met?
ΔABC
ΔABC
ΔABC
A
DEF
B
DFE
C
FED
D
FDE

Slide 11 - Quizvraag

Rekenen in gelijkvormige driehoeken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Aan de slag met taken deze week: 22 t/m 30 en 33, 34, 35, 37, 38, 40, 42, 44,  
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Steek je vinger op als je een vraag hebt of klaar bent

  • Vragen huiswerk?

Slide 15 - Tekstslide