Het voltooid deelwoord

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
Weet je wanneer je het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op een d of een t.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
Weet je wanneer je het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op een d of een t.

Slide 1 - Tekstslide

De voltooide tijd
De VOLTOOIDE tijd:                           
Als iets voltooid is, betekent dat het afgerond is.

Een zin in de voltooide tijd herken je aan de werkwoorden:
- hebben + voltooid deelwoord ( heeft gefietst)
- zijn + voltooid deelwoord ( is geweest)

Slide 2 - Tekstslide

De voltooide tijd
Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt altijd op een d of een t. 
Om te weten of je het voltooid deelwoord met een d of t schrijft, gebruik je het:
T eX KoFSCHiP / SoFT KeTCHuP
(eind-letter van de stam staat erin =  +T)

               Je schrijft een voltooid deelwoord nooit met -DT!!!

Slide 3 - Tekstslide


Ik heb gisteren eten (koken)
Uitleg!

Slide 4 - Open vraag


Hij heeft de bal (schoppen)
Uitleg!

Slide 5 - Open vraag


Ik heb een wedsttijd (spelen)
Uitleg!

Slide 6 - Open vraag


Ik heb een goed resultaat (halen)
Uitleg!

Slide 7 - Open vraag


Ik heb hard (trainen)
Uitleg!

Slide 8 - Open vraag


Ik heb de bal (pakken)
Uitleg!

Slide 9 - Open vraag

De voltooide tijd
Een zin in de voltooide tijd zetten:

- Ik kneus mijn enkel = TT = nu
- Ik heb mijn enkel gekneusd = TT = geweest dus voltooid.

               De volgende zinnen ga je in de voltooide tijd zetten!

Slide 10 - Tekstslide

Zet de zin in de voltooide tijd:

De leerling spelt goed.

Slide 11 - Open vraag

Zet de zin in de voltooide tijd:

Brian appt zijn vrienden.

Slide 12 - Open vraag

Zet de zin in de voltooide tijd:

Lena voetbalt op zaterdag.

Slide 13 - Open vraag

Zet de zin in de voltooide tijd:

De kapper knipt mijn haar.

Slide 14 - Open vraag

Wie heeft de rekening betaald?
Ik ben vorige maand verhuisd.
Er is een ongeluk gebeurd.
De wetenschappers hebben een nieuwe planeet ontdekt.
Ik heb mijn sleutels verloren.
Ik heb hem niet herkend omdat hij zo veranderd is.

In welke tijd staan deze zinnen? Wat valt je op aan het voltooid deelwoord?

Slide 15 - Tekstslide

Hij heeft de rekening .....
A
gebetaald
B
begetaalt
C
betaald
D
betaalt

Slide 16 - Quizvraag

We ....... veel geld ........
A
heb ....... verdient
B
hebben ....... verdiend
C
hebben ..... verdient
D
hebben ....... geverdiend

Slide 17 - Quizvraag

Zij ........ een liniaal .......
A
heb ...... gebruikt
B
heeft .... gegebruikt
C
heb ..... gegebruikt
D
heeft.......gebruikt

Slide 18 - Quizvraag

.... je hem .......?
A
Hebt ..... ontmoet
B
Hebt geontmoet
C
Heeft ...... ontmoet
D
Heb ........ ontmoet?

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de voltooide tijd:
Peter telt zijn geld.

Slide 20 - Open vraag

Zet in de voltooide tijd:
Mila ontdekt een leuke winkel.

Slide 21 - Open vraag

We ...... de voltooide tijd .......
A
hebt..... herhaald
B
hebben .... geherhaald
C
hebben ..... herhaalt
D
hebben ...... herhaald

Slide 22 - Quizvraag

We ...... de vragen goed .......
A
hebben ....... beantwoort
B
hebben ..... beantwoord
C
hebben ..... beantwoordt
D
hebben ..... gebeantwoord

Slide 23 - Quizvraag