BSR 09/10 u3bd H1 Grenzen - Taalverzorging 1

Goedemiddag
  • Telefoon op stil in de (telefoon)tas. 
  • Ga rustig zitten.
  • Open je boek alvast op blz. 36-37.
  • Log alvast in op LessonUp. De code staat linksonder in beeld.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemiddag
  • Telefoon op stil in de (telefoon)tas. 
  • Ga rustig zitten.
  • Open je boek alvast op blz. 36-37.
  • Log alvast in op LessonUp. De code staat linksonder in beeld.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Deze les                 45 minuten
10 minuten
 

10 minuten
 5 minuten
15 minuten
 5 minuten
Herhaling uitleg Taalverzorging H1
komma, dubbele punt, aanhalingstekens
Opdracht 6 en 7 in het boek
Opdrachten bespreken
Nulmeting werkwoordspelling
Afronden en vooruitblikken op de komende lessen.

Slide 3 - Tekstslide

Waar werken in deze les naartoe?
  • Je kunt hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt hoofdletters dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken in citaten.
  • Je hebt de nulmeting van werkwoordspelling gemaakt.

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens (komma)
  • Een komma gebruiken we in een aantal gevallen.
  • Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe, langere zin. Die komma staat dan:
  • Tussen twee persoonsvormen:
    Als de zon fel schijnt, moet je je insmeren. 
  • Voor voegwoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want:
    Ik ben te laat, omdat ik me heb verslapen.
  • Voor en na een deel van de zin dat niet zelfstandig staat.
    De verdediger, die er niets van kan, gaf weer een goal weg.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de zin over met komma's.

Ik wil graag een nieuwe auto een nieuwe fiets een nieuwe telefoon en nieuwe schoenen.

Slide 6 - Open vraag

Plaats komma's.
Ik wil graag op stedentrip naar Berlijn de hoofdstad van Duitsland omdat mij dat een mooie stad lijkt.

Slide 7 - Open vraag

Staat de komma in deze zin goed?

Ik heb een goed cijfer gehaald voor mijn toets, omdat ik heel goed geleerd had.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

  • Je gebruikt een dubbele punt voor een aangekondigde opsomming.
    Dit zijn mijn favoriete biermerken: Heineken, Affligem en Desperados.   
  • Voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan aan dat iemand iets zegt. 
    Peter zei twijfelachtig: 'Ik weet niet of ik het wel ga redden.' 
  • Als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel.
    Eindelijk is het zover: hun kindje is geboren! 

Dubbele punt (:)

Slide 9 - Tekstslide

Neem de zin over en plaats op de juiste plek een dubbele punt.

Ik kon vandaag niet op de fiets naar school ik had een lekke band.

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin waarin een dubbele punt
op de juiste manier voorkomt.

Slide 11 - Woordweb

  • Aanhalingstekens gebruik je bij de directe rede of bij een citaat. Let goed op de plaats van deze tekens.
    'Vanavond ga ik helemaal niets doen', zei mijn broer.
     
  • Let op: bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens! 
    Jordi dacht bij zichzelf: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen? 

Aanhalingstekens ('')

Slide 12 - Tekstslide

Staan de aanhalingstekens goed?

De presentator vroeg: “Hoe heb jij de wedstrijd ervaren?”
A
Goed
B
Niet goed

Slide 13 - Quizvraag

Staan de aanhalingstekens goed?

“Ik zei: Ik vind dat ananas niet op een pizza hoort.”
A
Goed
B
Niet goed

Slide 14 - Quizvraag

Staan de aanhalingstekens goed?

Ze dacht nog zo: ''Ik hoop echt dat ik mijn rijexamen heb gehaald.''
A
Goed
B
Niet goed

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Link

Wat?
H1 Taalverzorging. Opdracht 6 en 7 (blz. 39).
Opdracht 1 t/m 5 niet af? Dan maak je die alsnog.
Hoe?
Zelfstandig en in stilte. Je mag muziek luisteren.
Hulp
Steek je vinger op.
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met lastige leestekens (komma, dubbele punt, aanhalingsteken).
Klaar?
Oefen verder via Magister -> leermiddelen -> ne.
Maken
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Waar werken in deze les naartoe?
  • Je kunt hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt hoofdletters dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken in citaten.
  • Je hebt de nulmeting van werkwoordspelling gemaakt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maak een zin die eindigt met een vraagteken.

Slide 20 - Open vraag

Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?

Mijn hond is moe (?) want hij heeft twee uren gelopen.


A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingsteken

Slide 21 - Quizvraag

Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?

Hij zei nog zo: (?) Neem voldoende drinken mee! (?)

A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingstekens

Slide 22 - Quizvraag