Vita contemplatieva:
1. Arbeiden = vervaardigen van noodzakelijke behoefte die je verbruikt (eten maken, afwas doen, tanden poetsen)
2. Werken = vervaardigen van onnatuurlijke producten die we gebruiken (Appartementen, tafels, wetten)
3. Handelen = je laten zien aan anderen (mening geven, discussieren)