Plato, Aristoteles en Arendt

Aristoteles, Plato en Arendt
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aristoteles, Plato en Arendt

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-De leerling kan uitleggen wat Aristoteles bedoelt met dat de mens een politiek dier is.  (7.2)
en wat de rol van Taal is hierbij.

-De leerling kan uitleggen wat de relatie is tussen Plato zijn opvatting over de ziel en zijn opvatting van de staat. (7.2.2

- De leerling kan Hannah Arendts onderscheid tussen ‘vita contemplativa’ en ‘vita activa’ uitleggen en kan die aspecten van de vita activa noemen. (p.166)

- De leerling kan zelfstandig nadenken over de vraag of politiek met waarheid te maken heeft en kan in deze kwestie zijn/haar eigen standpunt beargumenteren

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'zooon politikon'?
(van Aristoteles)
A
de zoon van de kudde
B
de dierlijke politiek
C
het politieke (kudde)dier
D
de mens is politiek

Slide 3 - Quizvraag

De rol van Taal bij Aristoteles is:
A
Discussie en debat
B
Benoemen en discussie
C
Sociaal en praktisch
D
Communiceren en Discussiëren

Slide 4 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer met Plato zijn opvatting van de ziel? Uit welke drie delen bestaat de ziel volgens Plato?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

1. Plato
De ziel:                                              De staat:
Het intellectuele deel                De heersende klasse
Het strevende deel                     De wachters
Het begerende deel                   De arbeiders & boeren

Bij Plato is politiek dus alleen voor de heersende klasse.
Plato vindt democratie (het volk heerst) een slecht idee.

Slide 7 - Tekstslide

Welk figuur op deze pot staat symbool voor de soldaten in Plato's samenleving?
A
De paardenmenner
B
Het zwarte paard
C
Het witte paard
D
Het witte en het zwarte paard

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zou Plato populisten zoals Wilders en Trump uitleggen? Leg uit aan de hand van Plato zijn opvatting van de ziel en van de staat.

Slide 9 - Open vraag

2. Aristoteles
  • Aristoteles: de mens is een zoon politikon
Zoon = dier / levend wezen
Politikon = politiek / sociaal / gemeenschap
  • Aristoteles: de mens is een zoon logon
logos = rede, taal

Slide 10 - Tekstslide

2. Aristoteles
  • Mens beschikt over taal --> kan onderscheidingen maken: wat goed en slecht is, mooi en lelijk, rechtvaardig en onrechtvaardig

  • Verschil van mening & discussie
  • Contemplatie = denken. Hoogste doel van de mens.

  • Burgers spelen hierbij wel een rol in de politiek: republikeins principe
  • Gaat om evenwicht vinden tussen rijke en arme klassen (Politeia)

Slide 11 - Tekstslide

3. Arendt
  • Vita activa: actieve leven (arbeiden, werken, handelen)

  • Vita comtemplativa: leven dat gericht op het denken, het contempleren

  • Arendt: Na Plato en Socrates vooral de nadruk op het contemplatieve leven in de filosofie

Slide 12 - Tekstslide

3. Arendt
Vita contemplatieva:
1. Arbeiden = vervaardigen van noodzakelijke behoefte die je verbruikt (eten maken, afwas doen, tanden poetsen)
2. Werken = vervaardigen van onnatuurlijke producten die we gebruiken (Appartementen, tafels, wetten)
3. Handelen = je laten zien aan anderen (mening geven, discussieren)

Slide 13 - Tekstslide

Wie moet volgens Plato de macht hebben in de staat?
A
De arbeiders
B
De wachters
C
De filosofen
D
Alle drie samen

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is de mens volgens Aristoteles een politiek dier?
A
Omdat de mens graag macht wil
B
Omdat de mens zijn doel vindt in de staat
C
Omdat de mens het fijn vindt om met andere samen te leven
D
Omdat de mens van nature slecht is en de staat nodig heeft

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van handelen volgens Hannah Arendt?
A
Discussiëren over de vluchtelingenproblematiek
B
Wetten maken
C
Een tosti maken
D
Geen van deze antwoorden

Slide 16 - Quizvraag