3 hv Schrijfvaardigheid - betoog 5

Een betoog schrijven - 5
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een betoog schrijven - 5

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
  • Je weet wanneer een bron betrouwbaar is ;
  • je denkt na over je onderwerp.

Slide 2 - Tekstslide

Bronnen?
Waar let je op als jij op zoek gaat naar informatie voor een schoolopdracht?
A
de auteur
B
de actualiteit
C
de inhoud
D
de lay-out

Slide 3 - Quizvraag

10. Betrouwbaarheid van bronnen (p. 16)
Waarschijnlijk ga je op het internet op zoek naar informatie over je onderwerp. Houd altijd in gedachten: hoe betrouwbaar is deze bron? Op het internet is heel veel informatie te vinden, maar helaas is niet alles even betrouwbaar. De informatie op het internet wordt vaak niet gecontroleerd, de kwaliteit en de betrouwbaarheid van wat je op het internet vindt hangen dus af van de schrijver.
Controleer bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van een internetsite de volgende punten:

Slide 4 - Tekstslide

- De auteur en/of de organisatie
  • Van wie is de site? Wie is de schrijver? Heeft de schrijver/eigenaar van de site belangen bij de informatie (verkopers verdraaien de waarheid vaak)

  • Controleer wie de eigenaar is van een bepaalde site met www.who.is  

  • Website met de extensie .gov of .edu zijn van een overheidsinstantie of educatieve site (en dus eigenlijk altijd betrouwbaar) 


- Het doel van de informatie

  • Welke bedoeling heeft de auteur? Een overtuigende tekst is vaak minder betrouwbaar dan een informerende tekst 

  • Is de site eigendom van een organisatie met bepaalde belangen?

Slide 5 - Tekstslide

- De inhoud

  • Voor welke doelgroep is de informatie bestemd?  

  • Is de informatie controleerbaar? Worden er bronnen genoemd?



- De actualiteit


  • Hoe recent is de informatie? Wanneer is er voor het laatste een update geplaatst?

Slide 6 - Tekstslide

Kortom
Wie is de schrijver? 
Wat is het voor soort bron?
Is de informatie controleerbaar?
Wanneer is de bron geschreven?

Slide 7 - Tekstslide

Betrouwbare bronnen:

Voorbeelden:
  • de Volkskrant
  • Trouw
  • NRC Handelsblad
  • Elsevier
  • De Groene Amsterdammer
  • Google Scholar
  • Nederlands Dagblad
  • Het Parool

Slide 8 - Tekstslide


Goed leren betogen in 10 stappen
  1. Eerst oriënteer je je op de mogelijke onderwerpen.
  2. Daarna selecteer je twee voorlopige onderwerpen.
  3. Vervolgens ga je een kort vooronderzoek doen.
  4. Uiteindelijk kies je definitief voor twee onderwerpen.
  5. Daarna volgt een diepgaand onderzoek en bepaal je je standpunt.
  6. Op basis van je onderzoek maak je een overzicht van je argumentatie.
  7. Op basis van je argumentatie maak je een bouwplan.
  8. Je bouwplan verwerk je tot kladversie.
  9. Je kijkt je kladversies kritisch na op taalgebruik.
  10. Uiteindelijk schrijf je je betoog.





Slide 9 - Tekstslide


Stap 1 en 2: Oriëntatiefase

Je gaat je voorbereiden op het schrijven vanje tekst. Je start met het doorlopen van de oriëntatiefase, waarin je je oriënteert op mogelijke onderwerpen. Bij het schrijven van een betoog kies je bij voorkeur voor onderwerpen waar je je een mening over wil vormen of waar je je al een (voorlopige) mening over hebt gevormd. Als jij je immers geen mening wil vormen over een onderwerp wordt het erg lastig om anderen van jouw 'mening' te overtuigen. En dat is nu net de bedoeling bij een betoog!


 

Slide 10 - Tekstslide

Ideeën voor je betoog?
Kijk ook eens op:
https://www.schooldebatteren.nl/stellingen/

Slide 11 - Tekstslide