Les 1 Leefstijl 228 - 235 v

Les 1 Leefstijl  228
In deze les leer je:
 - Wat is een leefstijl (zin 1)
- Je leefsijl kan gevolgen hebben voor je gezondheid (zin 2)
- Bewegen is erg belangrijk (zin 3)
Goed bewegen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1 Leefstijl  228
In deze les leer je:
 - Wat is een leefstijl (zin 1)
- Je leefsijl kan gevolgen hebben voor je gezondheid (zin 2)
- Bewegen is erg belangrijk (zin 3)
Goed bewegen.

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 228 tekst
Gezonde leefstijl
- Wat heeft iedereen ? (zin 1)
- Wat is jouw leefstijl? (zin 2)
- Wat hoort er bijvoorbeeld bij je leefstijl (2x)? (zin 3)
- Waarvoor kan je leefstijl gevolgen hebben? (zin 4)
- Wanneer leef je bijvoorbeeld niet zo gezond? (zin 5)
- Wat kan je eerder worden als je niet zo gezond leeft? (zin 6) 

Slide 2 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 228




Onder het plaatje.
- Wat kan behalve roken (1.39) ook gevolgen hebben voor je gezondheid?  Alcohol drinken

Slide 3 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 229 Opdracht 1 a
Opdracht 1 a
Wat is de leefstijl van Menno bij: 
- Uitrusten?
- Bewegen?
- Vrije tijd?
- Eten en drinken?
- Uitgaan?

Slide 4 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 229 b
b. Vul de tabel voor jezelf in.
c. Wat vind je gezond in je schema?
d. Wat vind je ongezond in je schema.

Slide 5 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 230 ( tijdschriften mee)




slapen


Slide 6 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 231 opdracht 2 b 
b. - Wat vindt Jolien heel belangrijk? (zin 1) 
hardlopen
- Wat doet ze iedere dag? (zin 2)
- Waar gaat ze drie keer per week naartoe? ( zin 3)
sportschool 

Slide 7 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 231 d
d Situatie
- Waar houdt Rodney van? (zin 1)
- Met wie drinkt hij in het weekend bier? (zin 2)
- Wanneer drinkt hij ook nog bier? (zin 3)

Slide 8 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 232 e, f en g
e. bespreken.
f. situatie
- Wat wil Fanny worden? (zin 1)
- Wat wil ze doen? (zin 2) afvalle
- Wat eet ze nooit? (zin 3)
g. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

232 Je moet je niet met de leefstijl van anderen bemoeien.
Dat mag wel
Dat moet niet.

Slide 11 - Poll

Les 1 Leefstijl 232 h en i

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

232 Je moet je niet met de leefstijl van anderen bemoeien.
Waarom wel of niet

Slide 14 - Open vraag

Les 1 Leefstijl 233
Tekst Bewegen.
- Wat is belangrijk om gezond te blijven? (zin 1)
- Wat blijf je als je regelmatig beweegt? (zin 2) fit
- Wat krijg je dan? (zin 3) meer energie.
- Wat kun je bijvoorbeeld doen? (zin 4 en 5)

Slide 15 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 233 
De beweegnorm. (2.52)
- Wat is de beweegnorm? (zin 1)
- Hoe vaak moet je bewegen en hoe lang? (zin 2)
- Wat kun je dan bijvoorbeeld doen? (zin 3)
- Wat moeten jongeren onder de 18 doen? (zin 4)

Slide 16 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 233 opdracht 3
a. Op het bord
b. idem

Slide 17 - Tekstslide

233 a. Vind jij het belangrijk om voldoende (= genoeg) te bewegen.
Ja dat vind ik belangrijk
Nee dat vind ik niet zo belangrijk.

Slide 18 - Poll

Les 1 Leefstijl 233 opdracht 3
We maken een goede zin en schrijf deze in het boek.

Slide 19 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 234 c
' Nederlandse jongeren zitten te veel en bewegen te weinig '
- Wie bewegen vaak te weinig? (zin 1)
- Hoeveel jongeren halen de beweegnorm niet? (zin 2)
- Wie beweegt geen één keer 60 minuten per week? (zin 3)
- Waaruit blijkt dit? (zin 4)
- Wat is gezond? (zin 5)

Slide 20 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 234 c
- Wat kan het helpen voorkomen (zorgen dat het niet gebeurt)? (zin 6)
- Waar kan voldoende bewegen ook voor zorgen ( 2x)? (zin 7)  
- Wat moet er volgens het TNO voor zorgen dat mensen meer bewegen? (zin 8)


Slide 21 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 234 d, e en 235 f
d. 
Reden 1
Reden 2
e. TNO = ( Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) link
f. 

Slide 22 - Tekstslide

235 f

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn twee tips ( = wat kunnen ze doen) voor jongeren om meer te bewegen?

Slide 24 - Open vraag

235 f
Wij kiezen voor:
Tip 1.

Tip 2.

Slide 25 - Tekstslide

Les 1 Leefstijl 235
Evt. oefening studiemeter.
11 = 10            6 = 5.9     1 = 1.8
10 = 9.2          5 = 5.1
9 = 8.4            4 = 4.3
8 = 7.6             3 = 3.5
7 = 6.7             2 = 2.6

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide