Week 2

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Week 2

Vous avez passé des bonnes vacances?

Tu apprends unité 2

Vocabulaire: apprendre 1, 2, 4, 6, 8 p. 64/65/67

Zinnen: apprendre 7 & 9 p. 66/67

Grammaire: apprendre 3 (avoir, p.65), 5 (bezittelijk voornaamwoord p. 66), être p. 33, de cijfers 1-20 p. 65

(blz 64-67 + 33 être)

Qu'est-ce que nous allons faire

28-29 >  Zinnen gebruiken

Réviser bezittelijk voornaamwoord

Tips lezen 

28/29

Hoe pak je een zin aan?

Tips lezen

• Lees de vraag goed!!!!!
• Kijk naar de volgorde van de vragen  
• Lees eerst de inleiding

Je maakt de leestekst als huiswerk

Bezittelijk voornaamwoord

• Welke vormen zijn er?
• Hoe weet je of je bv: mon/ma/mes moet gebruiken?
• Wat betekent mijn?
• Wat betekent jouw?
• Wat betekent zijn/haar? 
• Voorbeeldzin
• Lidwoorden

Antwoorden leestekst

1. B

2. B

3. D

4.C

5.D

Toets

`- 3 leesteksten

- 2 opdrachten woordjes

- 1 opdracht être/avoir

- 1 opdracht bezittelijk voornaamwoord

- 1 opdracht getallen

- 1 opdracht zinnen vertalen

- 1 opdracht schrijven (heel kort)

Getallen

avoir/etre

woordjes