Practicum koekjes

Practicum 4: Koekjes (koolhydraten)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Practicum 4: Koekjes (koolhydraten)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Mayonaise (vetten)
Week 2: vervalt i.v.m. Pinksteren
Week 3: Roomboter (vetten)
Week 4: Merinque (eiwitten)
Week 5: Vervalt
Week 6: Koekjes (koolhydraten)
Week 7: Toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Bespreken van de leerdoelen;
  • Bespreken theorie;
  • Aan de slag;
  • Indeling schoonmaken;
  • Bezig met verslag --> laten zien voordat je gaat.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de student:
  • gestructureerd en secuur werken.
  • nagaan wat de invloed is van de verschillende soorten suikers op het eindproduct.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van koolhydraten in de voeding?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van suiker (lees koolhydraten) in voeding?
Koolhydraten kunnen verschillende functies hebben in voeding, bijvoorbeeld:
  • Zoetstof
  • Wateraantrekkende stof
  • Voedingswaarde
  • Structuur
  • Kleur
Klik hier voor toelichting

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van suiker
  • Hoe fijner de suiker --> zoetere smaak
  • Hoe fijner de suiker --> meer waterbinding --> zachter/taaier koekje
  •  Hoe fijner de suiker --> meer vloei --> dunner koekje

Slide 8 - Tekstslide

Fijne suikers zorgen voor een zoetere smaak doordat de suikerdeeltjes beter verdeeld kunnen worden over het biscuit. De interactie van suiker met andere ingrediënten verbeterd de smaak van het biscuit

Daarnaast wordt de suiker gemengd met water, hierbij bindt het vrije water waardoor minder zetmeel verstijfseling plaatsvindt. Ook vermindert het de hoeveelheid vrij water voor de bloem, waardoor minder water beschikbaar is voor het vormen van het glutennetwerk. Dit zorgt voor een zachtere textuur van het biscuit. 


Bereid je voor! 

Lees het practicum goed door. 
  • Wat gaan we zo doen? 
  • Wat zijn kritische punten waar je op moet letten?
  • Met welke soorten suikers gaan we zo werken? 
  • Wat is het verschil tussen de suikers?
  • Wat is je verwachting van de verschillende soorten suikers?
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

4 soorten koekjes.
Kristalsuiker, basterdsuiker, poedersuiker en glucosestroop
Secuur werken en meten.
Korrelgrootte
  • Poedersuiker --> 10 tot 40 m
  • Basterdsuiker --> 276 tot 300 m bevat tevens vocht
  • Kristalsuiker -->570-635 m
  • glucosestroop -->  grootte afhankelijk van DE, bevat veel vocht

Slide 10 - Tekstslide

Dextrose Equivalent, hoe hoger deze is, hoe zoeter de smaak, bekijken tijdens de test.
Tips voor verslag
  • Vergeet de reflectie/evaluatie niet!
  1. Wat ging er fout? Hoe kwam dit?
  2. Wat ging er goed? Hoe kwam dit?
  3. Is het eindproduct dat wat je er van verwachtte?
  4. Wat zou je een volgende keer anders doen?
  5. Wat neem je mee naar het bedrijfsleven?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling schoonmaken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies