Kan jij benoemen wat het belang is van afspraken en hoe te onderhandelen in afspraken.
Kan jij benoemen waarom afspraken niet werken en wat juist wel werkt.
Slide 3 - Tekstslide
Afspraak en regels
Afspraak = een mondelinge of schriftelijke overeenkomst.
Regel= een voorschrift, verordening
Binnen de zorg maken we afspraken, maken we regels en worden regels opgelegd. Het heeft altijd een doel.
Slide 4 - Tekstslide
Afspraken
Afspraken maken we, omdat we een doel willen bereiken.
Dit kan onder dwang of door te onderhandelen.
Kenmerkend voor onderhandelingsrelaties is:
1) Mensen hebben elkaar nodig om iets te regelen.
2) De onderlinge afhankelijkheid is wederzijds, dus niet al te grote verschillen in macht. Vaak komt daar nog bij dat er continuïteit is in de relatie. Men komt elkaar regelmatig tegen.
Slide 5 - Tekstslide
Overhalen of overtuigen
Afspraken en regels worden opgelegd;
Maakt het nog uit wie dit jou opgelegd?
Wat maakt het dat je het niet wilt doen?
Wanneer zou jij het wel willen doen?
Slide 6 - Tekstslide
WERKOPDRACHT
Slide 7 - Tekstslide
Wat werkt?
De combinatie van sturing van bovenaf (overreden) en werken aan gemeenschappelijke overtuigingen, blijkt het meeste effect te hebben om de gestelde doelen te bereiken.
Slide 8 - Tekstslide
Waardoor verlopen afspraken goed?
Kan jij even kijken naar de wond van Mevr. Peters?
Collega; Ja, dat is goed.
Wat gaat hier mis?
Slide 9 - Tekstslide
Maak afspraken concreet.
Kan jij maandagavond in de late dienst naar de wond van Mevr. Peters kijken en zou jij dit willen rapporteren in het systeem?
Wat?
Wanneer?
Hoe?
Slide 10 - Tekstslide
De reactie op een afspraak of regel;
Dat ga ik niet doen!
Wat is dat stom!
Daar heb ik de tijd niet voor!
Dat is mijn pakkie aan niet!
Slide 11 - Tekstslide
Onderhandelen
Wees niet opstandig, maar kijk wat jij wel wil of kan.
Maak dit bespreekbaar en kijk wat maakt dat jij het lastig vindt om de afspraken en regels op te volgen. Ga onderhandelen.
Kost veel energie en zorgt voor een slechte sfeer.