SMART formuleren

SMART formuleren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Hbo voorbereidingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

SMART formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent de letter S in de SMART-methode?
A
Specifiek
B
Samen
C
Snel
D
Strategisch

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een SMART geformuleerd doel?
A
Motiverend
B
Mogelijk
C
Moeilijk
D
Meetbaar

Slide 10 - Quizvraag

Welke term staat voor de letter A in de SMART-methode?
A
Accuraat
B
Ambitieus
C
Actief
D
Acceptabel

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent de letter R in de SMART-methode?
A
Resultaatgericht
B
Realistisch
C
Relevant
D
Risicovol

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een eigenschap van een SMART geformuleerd doel?
A
Teamgericht
B
Tijdgebonden
C
Tastbaar
D
Technisch

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij het gebruik van de SMART-methode?
A
Meetbaar maken
B
Acceptabel zijn
C
Specifiek zijn
D
Realistisch zijn

Slide 14 - Quizvraag

Welke vraag helpt je bij het specifiek maken van je leerdoel?
A
Wanneer start je?
B
Hoe meet je dat?
C
Sta je achter je leerdoel?
D
Wat wil je bereiken?

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de tweede stap bij het gebruik van de SMART-methode?
A
Meetbaar maken
B
Acceptabel zijn
C
Specifiek zijn
D
Tijdgebonden zijn

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een belangrijk aspect van een acceptabel leerdoel?
A
Zijn het doel en de stappen die ik daarvoor moet nemen haalbaar?
B
Is het doel relevant, oftewel zinvol?
C
Staan andere betrokkenen ook achter je leerdoel zodat het leerdoel haalbaar is.
D
Wanneer ben je klaar?

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de laatste stap bij het gebruik van de SMART-methode?
A
Heb ik genoeg kennis, vaardigheden en middelen in huis om het doel te halen?
B
Is het doel niet te makkelijk of moeilijk?
C
Welk resultaat levert dat op?
D
Aangeven wanneer je start en eindigt met je leerdoel.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een SMART geformuleerd leerdoel?
A
Ik wil beter worden in wiskunde en hogere cijfers halen, anders mag ik drie maanden niet op de Playstation.
B
Het verhogen van mijn wiskundecijfer met 2 punten binnen 3 maanden.

Slide 19 - Quizvraag

Welke uitspraak is een SMART geformuleerd leerdoel?
A
Ik wil beter worden in Engels.
B
Ik wil vloeiend Engels kunnen spreken, omdat ik van plan ben om in de toekomst in Engeland te wonen.
C
Ik wil mijn Engelse woordenschat vergroten met 100 nieuwe woorden in 2 maanden tijd.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een SMART geformuleerd leerdoel?
A
Ik wil mijn presentatievaardigheden verbeteren door minimaal 10 keer te oefenen voor een publiek.
B
Ik wil leren presenteren.
C
Ik wil een goede spreker worden.

Slide 21 - Quizvraag

Welke uitspraak is een SMART geformuleerd leerdoel?
A
Ik wil mijn time management vaardigheden verbeteren door een dagelijkse to-do lijst bij te houden en deadlines te respecteren.
B
Ik wil minder tijd verspillen.
C
Ik wil beter kunnen plannen.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een SMART geformuleerd leerdoel?
A
Ik wil mijn schrijfvaardigheid in het Nederlands verbeteren door minstens 500 woorden per week te schrijven.
B
Ik wil een boek schrijven over een interessant onderwerp.
C
Ik wil beter leren schrijven, omdat ik veel schrijffouten maak en daardoor niet professioneel overkom.

Slide 23 - Quizvraag