Oefentoets LE9

Welke ervaringsordening past bij een ernstige meervoudige verstandelijke beperking?
A
Associatief
B
Lichaamsgebonden
C
Structurerend
D
Vormgevend
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke ervaringsordening past bij een ernstige meervoudige verstandelijke beperking?
A
Associatief
B
Lichaamsgebonden
C
Structurerend
D
Vormgevend

Slide 1 - Quizvraag

Wat doe je niet tijdens een tonisch-clonisch insult?
A
Rustig blijven
B
Iets onder het hoofd leggen ter bescherming
C
Tongspatel inbrengen
D
Hulp halen

Slide 2 - Quizvraag

Zwangerschap, overgewicht, bacteriële infectie of
bepaalde voeding kan....
A
Verstandelijke beperking veroorzaken
B
Reflux veroorzaken
C
Herseninfarct veroorzaken
D
Epilepsie veroorzaken

Slide 3 - Quizvraag

Wat is mitose?
A
Celdeling waardoor 2 dochtercellen ontstaan
B
Celdeling met half zoveel chromosomen

Slide 4 - Quizvraag

Alzheimer is een vorm van
A
Aangeboren hersenletsel
B
Niet aangeboren hersenletsel
C
Traumatisch hersenletsel

Slide 5 - Quizvraag

Van het Prader-Willie syndroom is bekend dat
A
Ze vaak een hoog geboortegewicht hebben
B
Leerproblemen op den duur overgaan
C
Het gepaard gaat met ernstige vraatzucht
D
Jonge kinderen vaak een ongelukkige indruk maken

Slide 6 - Quizvraag

Een axon is?
A
Witte mergschede
B
Een lange uitloper van een neuron
C
Grijze stof
D
Een korte uitloper van een dendriet

Slide 7 - Quizvraag

Dendriet
Cellichaam
Kern

Slide 8 - Sleepvraag

Mensen met het syndroom van Down
A
hebben trisomie 21
B
hebben trisomie 23
C
hebben trisomie 18
D
hebben trisomie 12

Slide 9 - Quizvraag

Axon
Myelineschedel
Synaps

Slide 10 - Sleepvraag

Het Rett syndroom is
A
Neurologische ontwikkelingsstoornis alleen bij meisjes
B
Neurologische ontwikkelingsstoornis alleen bij jongens
C
Een foutje op het Y chromosoom
D
Een foutje op het X chormosoom

Slide 11 - Quizvraag

Sympatisch zenuwstelsel
Parasympatisch zenuwstelsel
Stimulatie van de hartactiviteit en ademhaling
Opslag reservevoedsel
Bloedvatverwijding in spijsverteringsorgaan
Afgifte adrenaline
Minder energieverbruik
Toename zweetproductie

Slide 12 - Sleepvraag

"Mensen met een ernstige verstandelijke beperking kunnen hun basisbehoeftes duidelijk maken"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Als je een geluid waarneemt, komt dat omdat er in een bepaald deel van de hersenen impulsen aankomen.
In welk deel van de hersenen is dat?
A
de hersenstam
B
de grote hersenen
C
het ruggenmerg
D
de kleine hersenen

Slide 14 - Quizvraag

Eiwitten zijn belangrijke...
A
Bouwstoffen
B
Brandstoffen
C
Beschermende stoffen
D
Vitaminen

Slide 15 - Quizvraag

De kleine hersenen plannen en coördineren bewegingen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Gal wordt gemaakt in de...
A
Galblaas
B
Lever
C
Alvleesklier
D
Maag

Slide 17 - Quizvraag

Peristaltische bewegingen =
A
Samentrekken van spieren.
B
Samentrekken van kringspieren.
C
Samentrekken van lengte spieren.
D
Afwisselend samentrekken van lengte- en kringspieren.

Slide 18 - Quizvraag

Lever
Dikke darm
Dunne darm
Maag

Slide 19 - Sleepvraag

Een ander woord voor een zenuwcel is?
A
Dendriet
B
Impuls
C
Neuron
D
Axon

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
Voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
B
Het vocht wordt terug opgenomen in het bloed
C
Voedselresten worden opgeslagen tot je naar het toilet moet
D
Gisting en rotting van de darminhoud

Slide 21 - Quizvraag

Zenuwcellen hebben vertakte uitlopers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Welke deel van een neuron geleidt impulsen van het cel lichaam af?
A
het celmembraam
B
myelineschede
C
dendriet
D
axon

Slide 23 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen worden niet verteerd?
A
Zetmeel, vet en eiwitten.
B
Vitamines, mineralen en water.

Slide 24 - Quizvraag

Epilepsie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag