Trede 22 week 41

Trede 22 week 41
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Trede 22 week 41

Slide 1 - Tekstslide

Goniometrie
Meetkunde

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hellingshoek en tangens
1.1 Hellingshoek
1.2 Tangens
1.3 Inverse tangens
22.1 Diagnostische oefeningen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen week 41
• Je bepaalt de hellingshoek en hellingspercentage van een helling en berekent hoeken en afstanden met de tangens.

Slide 5 - Tekstslide

1.1 Hellingshoek
1.2 Tangens
1.3 Inverse tangens

  • Je leert wat de hellingshoek en het hellingsgetal in een driehoek is.
  • Je leert wat de hellingshoek en de tangens is.
  • Je leert hoe je met de tangens een hellingshoek berekent.

Slide 6 - Tekstslide

Dit is een bord in een skigebied.
Het percentage is ook een hellingsgetal.
Als je horizontaal 100m aflegd ga je 78m omhoog of in dit geval omlaag.


Slide 7 - Tekstslide

Is het hellings getal groter bij een steile helling?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Hellingsgetal

Slide 9 - Tekstslide

Wat is dit voor driehoek?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

hellingsgetal & hellingshoek

Slide 15 - Tekstslide

Hellingsgetal
Het hellingsgetal bij een berg

Slide 16 - Tekstslide

Welk hellingsgetal
hoort hier dan bij?
Rond af op 3 decimalen.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Tangens
hoe je een hellingshoek kan berekenen met een tangens

tangens = hellingshoek
(afstand)(hoogte)

Slide 19 - Tekstslide

afstand/hoogte berekenen

Slide 20 - Tekstslide

opg.8

Slide 21 - Tekstslide

tangens
Aanpak voorbeeld 2
  1. maak een schets
  2. schrijf de tangens die bij de hoek hoort
  3. met tan-1 (shift tan) kan je de hellingshoek berekenen

Slide 22 - Tekstslide

6
1,8
73,3

Slide 23 - Tekstslide


Welke uitspraken hieronder zijn waar?
A
het hellingsgetal is voor alle driehoeken gelijk
B
het hellingsgetal = 0,67
C
hg=32
D
hoe groter de driehoek hoe groter de helling

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Opdrachten maken en nakijken

Slide 26 - Tekstslide