Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HV3 - Unit 3: Grammar Part 1
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Unit 3: Grammar
betrekkelijke voornaamwoorden: relative pronouns
lijdende vorm: passive voice
toekomende tijd (future): will, shall and to be going to
kunnen: can / could / to be able to
PART 1
Slide 2 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
who - whom - which - that - whose - where
GEBRUIK
Om terug te verwijzen naar iets dat ierder genoemd is in de zin/de tekst.
Slide 3 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
WHO:
mensen - Onderwerp
WHOM:
mensen - Lijdend Voorwerp
WHICH:
dieren of dingen
THAT:
mensen, dieren of dingen
WHOSE:
bezit
WHERE:
plaats
Slide 4 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
WHO:
mensen - Onderwerp
Mr Smith is a doctor.
There are many doctors.
Mr Smith is the doctor
who is treating my father
.
The doctor
who is treating my father
is Mr Smith.
Slide 5 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
WHOM: mensen
- Lijdend Voorwerp
I met a woman.
She has a dog.
The woman
whom I met
has a dog.
Slide 6 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
WHICH: dieren of dingen
- beide O & LV
A car is parked outside.
It belongs to my neighbor.
The car
which is parked outside
belongs to my beighbor.
I bought a car.
It was very expensive.
I bought a car
which was very expensive
.
Slide 7 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
THAT*: mensen, dieren of dingen
- beide O & LV
The doctor
that is treating my father
is Mr Smith.
The woman
that I met
has a dog.
The car
that is parked outside
belongs to my beighbor.
I bought a car
that was very expensive
.
Slide 8 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
WHOSE: bezit
My friend's bike was stolen.
My friend bought a car.
My friend
whose bike was stolen
bought a car.
Slide 9 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
WHERE*: plaats
We stayed at a hotel.
That hotel is now closed.
The hotel
where we stayed (at)
is now closed.
Slide 10 - Tekstslide
1. Relative Pronouns
(betrekkelijke voornaamwoorden)
THAT & WHERE kan je soms (LV) weglaten.
The book (that)
you
gave me is very interesting.
The theme park (that)
we
visited was in Germany.
Slide 11 - Tekstslide
Let's practise
Slide 12 - Tekstslide
Children ______ hate chocolate are uncommon.
A
which
B
whom
C
that
D
who
Slide 13 - Quizvraag
They live in a house _______ roof is full of holes.
A
which
B
whom
C
whose
D
that
Slide 14 - Quizvraag
Let's go to a country ________ the sun always shines.
A
whom
B
which
C
that
D
where
Slide 15 - Quizvraag
The doctor _______ I was hoping to see wasn't on duty.
A
that
B
-
C
whom
D
who
Slide 16 - Quizvraag
Bedenk je eigen voorbeeld
Slide 17 - Woordweb
Ik begrijp betrekkelijke voornaamwoorden.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
Meer lessen zoals deze
T3D 2021 2022 herh betrek. vnw + vocab + leesvaardigheid
November 2021
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Mastering the Relative Pronouns: Who, Which, and That
Maart 2023
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2B Unit 5 Grammar 5.6 relative pronouns who-which-that-X
Januari 2022
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4H(L)
Maart 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H(k&J)
Maart 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Relative Pronouns class 3
Mei 2024
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
TH3C 2022 2023 20/10 quiz relative pron. + vocab 2,3,4
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
VWO 4 Of Course unit 5 lesson 4 class 2
April 2022
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4