Les 23 nov blz 110 tm 112 opdr 1 tm 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Blok 2: Schrijven opdr 1 tm 3
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 110.

Huiswerk controle

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

Ken je de afspraken en regels bij het Schrijven.

Kun je de 5 w's 1 h vragen toepassen en beantwoorden.

Weet je wat verwijs woorden zijn en hoe ze gebruikt worden.

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Voor deze les is geen mini-check. 

Verwijswoorden...

1. geven een verband aan in de tekst.
2. geven een eigenschap aan.
3. geven aan dat iets van iemand is.
4. verwijzen naar iets in de tekst.

Wat is geen verwijswoord?

1. de
2. deze
3. het
4. dat

Vul het goede verwijswoord dat op de puntjes moet komen te staan in in het antwoordvlak. Plaats na elk verwijswoord een komma.

Merle heeft een glas laten vallen.
...... brak in honderden stukjes.
........ vader baalde van de rommel.
.......vond dat ........ het zelf moest opruimen.

Vul de verwijswoorden in!

verwijswoorden

verwijswoorden

4. Instructie

Dadelijk lezen een hoofdstuk uit het boek Kussen en krullen. 

In dat verhaal komen een paar lastige woorden voor.

Welke woorden ken je wel / niet.

Maak even de volgende sleepopdracht omdat te checken. 

4. Instructie

We luisteren zometeen naar het verhaal. Lees goed mee!

5. Begeleid inoefenen

Bespreken lijst moeilijke woorden.

De vragen van opdracht 1 gaan wij beantwoorden via Lessonup, dus doe mee. 

1. Door de ogen van welk persoon maak je de gebeurtenissen mee?

2. Welke eerste indruk wil Kirsten op de anderen maken?

3. Wat kom je te weten over Reny?

4. Wie is volgens jou de mentor van Kirsten?

5. Kirsten is wat onrustig bij het begin van de les van mevrouw van Tiel. Waarom?

6. Vind jij de gebeurtenissen in het verhaal wel of niet herkenbaar? Leg uit wat je wel of niet herkenbaar vindt.

7. Zou jij het hele boek willen lezen? Geef minstens één reden bij je mening.

Evaluatie

Hoe denk je dat het verhaal verder zal gaan?

Hoe vond je het om samen te lezen en de opdrachten te maken?

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?