verpleegkundig leiderschap

BT Verpleegkundig leiderschap
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

BT Verpleegkundig leiderschap

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wees proactief
  1. Lees de casus bij Wees proactief
  2.  Maak in tweetallen de verwerkingsopdrachten "verantwoordelijkheid en initiatief nemen" en "waar heb je invloed op"
  3. Werk vervolgens opdracht "ontwikkel de eigenschap wees pro-actief" individueel uit, deze uitwerking doe je in de eindopdracht bij eigenschap 1.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Beantwoord voor jezelf deze drie vragen:
  1. Wat wilde je als kind graag worden?
  2. Wat heb je nu allemaal al bereikt op professioneel gebied, en hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Wat was het moeilijkste?
  3. Wat wil je in de toekomst als professional worden/bereiken? En wat denk je dat je daarvoor nodig hebt?

Slide 6 - Tekstslide

Vervolgopdracht:
Bespreek de uitkomsten met een klasgenoot/met klasgenoten, welke tips heeft je klasgenoot voor je om je doel(en) te behalen?

Slide 7 - Tekstslide

Vervolgopdracht 2:
Maak van je eigen lijstje en de aanvullingen van je klasgenoot/klasgenoten een reflectieverslag, hiermee kan je eigenschap 2 afronden voor de eindopdracht.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat doe jij in je werk om overzicht te houden in al je taken?

Slide 11 - Woordweb

Wat zijn jouw waarden, de dingen die het allerbelangrijkste voor je zijn tijdens je werk?

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn jouw waarden, de dingen die het allerbelangrijkste voor je zijn tijdens je werk?
Vragen die helpen bij het nadenken over je waarden:

Waarom heb je voor dit beroep gekozen? Wat maakte dat jij dit werk wilde doen?
Wat zou je altijd en overal na willen streven, los van waar je op dit moment werkt? 
Wat is het aller-aller-allerbelangrijkste in je werk? Wat geeft je energie/een goed gevoel?

Slide 13 - Tekstslide

In groepjes:
Ga met elkaar in gesprek over de waarden, de dingen die het allerbelangrijkste voor je zijn tijdens je werk. 

Wat zijn de overeenkomsten tussen de waarden die jullie hebben opgeschreven?

Wat is tijdens het werk echt belangrijk voor jullie? Wat wil je samen bereiken tijdens het werk? 

Hoe kunnen jullie tijdens je werk tijd besteden aan jullie waarden/aan wat jullie belangrijk vinden? Wat is daarvoor nodig?

Schrijf de antwoorden per groepje op, na 10 minuten klassikaal bespreken.

Slide 14 - Tekstslide

Vervolgopdracht
Ga weer in groepjes uit elkaar en ga met de volgende verdiepingsopdrachten aan de gang:

  1. Lees de casus goed door
  2. Beantwoord de vragen bij verwerkingsopdracht "ontwikkel de eigenschap Belangrijke zaken eerst"
  3. Beantwoord de vragen bij verwerkingsopdracht "Belangrijke zaken eerst." 
  4. Maak van de uitkomsten van deze hele les een reflectieverslag over hoe jij zorgt dat je belangrijke zaken eerst doet. Deze kan je dan weer gebruiken voor je eindopdracht.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Denk win-win
Een win-win situatie creëren betekent dat je wellicht een compromis moet sluiten. Dat betekent ook dat je niet direct je volledige einddoel behaalt, wat lastig kan zijn. Wat helpt, is om eens andersom te redeneren: stel dat je volledig je zin krijgt, ten koste van de belangen van een ander. Dan zal dit de (werk-)relatie verstoren, wat op de langere termijn negatieve effecten brengt. Om tot een win-win situatie te komen moet je de wensen en belangen van anderen kennen en begrijpen. Daarvoor is goed luisteren noodzakelijk. De competentie luisteren is niet bedoeld om de reageren, maar om te leren. Ontwikkeld de vaardigheid als leider om continu te observeren.

Slide 17 - Tekstslide

Denk win-win =
Gun de ander net zoveel als jezelf.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

wat ga je vandaag doen?
In tweetallen:
  1. Lees bij eigenschap 4: denk win-win, de casus over denk win-win.
  2. Beantwoord de vragen bij "een positieve samenwerkingsrelatie"
  3. Beantwoord daarna de vragen bij "ontwikkelen van win-win relaties."
  4. Werk daarna individueel, dus echt voor en over jezelf, de vragen uit bij "ontwikkel de eigenschap: denk win-win." Deze laatste uitwerking is jou beschrijving van eigenschap 4 van het eindverslag.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Empathie
Wat is dat eigenlijk, empatisch zijn, empatisch luisteren, handelen vanuit empathie?



Slide 22 - Tekstslide

Empathie is....

Empathie is het je kunnen inleven in de situatie, gevoelens en gedachten van de ander. Dit is nodig als je de ander echt wilt begrijpen. Als je de emoties en het gedrag van de ander begrijpt, kun je daar beter op inspelen en verloopt de communicatie beter.
Zonder empathie praat je al snel langs elkaar heen of ontstaan er conflicten. Als je luistert met empathie, luister je naar de verbale en non-verbale boodschap van de ander. Je vult niet in voor de ander en probeert de situatie, gevoelens en gedachten van de ander te begrijpen.
Je past empathisch luisteren toe en let hierbij op de non-verbale signalen van de ander. Je vat samen hoe je denkt dat de ander zich voelt en vraagt door.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Opdracht
We kijken met elkaar naar het filmpje over "minder weerstand" van de opdracht "eerst begrijpen."

Daarna in tweetallen de vragen beantwoorden over het fimpje

Klassikaal nabespreken.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Beantwoord de volgende vragen in tweetallen:
1. Hoe benaderen de zorgverleners de zorgvragers
2. Hoe gaan ze om met boosheid van zorgvragers?
3. Wat is het effect van deze benadering?
4. Waarom is het reflecteren op je gedrag en het effect daarvan op het gedrag van de       zorgvrager belangrijk? Wat levert dit op?
5. Welke vormen van ‘probleemgedrag/boosheid’ kom je tegen in de dagelijkse praktijk? Kun je     een paar voorbeelden geven?
6. Hoe kun je in deze situaties proberen de persoon met ‘probleemgedrag/boosheid’ te     begrijpen? Wat is daarvoor nodig?

Slide 27 - Tekstslide

Vervolgopdracht
In tweetallen:
  1. Lees de casus
  2. Beantwoord de vragen bij "empathie" en bekijk de filmpjes en beantwoord daarbij ook de vragen
  3. Ga daarna individueel aan de slag met "ontwikkel de eigenschap 'Eerst begrijpen... dan begrepen worden." Deze uitwerking stop je in je eindopdracht bij eigenschap 5.

Slide 28 - Tekstslide