Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhalingsquiz H3 Politiek
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De Tweede kamer heeft?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de meerderheid van de Eerste Kamer?
A
35
B
75
C
76
D
36
Slide 3 - Quizvraag
Rechtse partijen
A
Vinden gelijkheid de belangrijkste waarde
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen
D
hechten veel waarde aan het geloof
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een 'directe democratie'?
A
Het volk kiest volksvertegenwoordigers
B
Het volk betaalt direct belasting aan de regering
C
De burgers mogen allemaal stemmen over nieuwe wetten
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de overheid?
A
alleen ambtenaren
B
alleen politici
C
ambtenaren en politici samen
D
meneer Niederer
Slide 6 - Quizvraag
Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid
Slide 7 - Quizvraag
Bij een indirecte democratie:
A
kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen
B
stemt de bevolking zelf over elk besluit.
C
kiest de bevolking in een referendum de vertegenwoordigers
D
kiezers en de volks-vertegenwoordigers samen de besluiten.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht om je verkiesbaar te stellen
B
Het recht om te mogen stemmen
Slide 9 - Quizvraag
Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert
Slide 10 - Quizvraag
Welke partijen kunnen het makkelijkst compromissen sluiten?
A
Middenpartijen
B
Rechtse partijen
C
Linkse partijen
D
Zowel links als rechts
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een politieke stroming?
A
Mensen die hetzelfde denken en invloed willen hebben via de politiek op de maatschappij
B
Mensen die rivieren de goede kant op laten stromen
C
Mensen die verstand hebben van elektriciteit en stroom
D
Mensen die politiek onbelangrijk vinden
Slide 12 - Quizvraag
Actief kiesrecht is
A
recht om te stemmen
B
recht om je verkiesbaar te stellen
Slide 13 - Quizvraag
Een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de troonrede?
A
De plannen van de koning voor komend jaar
B
De plannen van de regering voor het komende jaar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een wethouder?
A
Een persoon die lid is van de regering.
B
Een persoon die de gemeente bestuurd.
C
Een persoon met veel geld.
D
Een persoon die veel verstand heeft van iets.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarin de overheid de absolute macht heeft
B
Een staat waarin de burgers zich aan wetten moeten houden
C
Een staat waarin de burgers en de overheid zich aan de wetten moeten houden
D
Een staat waarin de koning de absolute macht heeft
Slide 17 - Quizvraag
De Eerste Kamer is anders dan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer mag...
A
Nieuwe wetten ondertekenen.
B
Een wetsvoorstel in zijn geheel goed- of afkeuren.
C
Amendementen indienen als ze een wetsvoorstel willen verbeteren.
D
Zelf wetten maken.
Slide 18 - Quizvraag
Het parlement is:
A
de Eerste Kamer
B
de Tweede kamer
C
de volksvertegenwoordiging
D
de senaat
Slide 19 - Quizvraag
wat is de taak van ons parlement?
A
mede wetgeving en controleren kabinet
B
dagelijkse bestuur van Nederland
C
een handtekening zetten onder alle wetten
Slide 20 - Quizvraag
De Eerste Kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel macht heeft de koning?
A
Geen macht
B
Vrijwel geen macht
C
Veel macht
D
Alle macht
Slide 22 - Quizvraag
plicht
A
bepaalt wat je moet doen
B
de belangrijkste rechten van burgers die in onze samenleving gelden en in de grondwet zijn vastgelegd
C
geeft aan wat je mag doen of waar je recht op hebt
D
de Eerste en Tweede Kamer
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een coalitie?
Wat is een coalitie?
A
Samenwerking met de grootste partijen
B
Samenwerking van partijen die de meerderheid hebben
C
Samenwerking van partijen die de minderheid hebben
D
Samenwerking met alle politieke leiders
Slide 24 - Quizvraag
De grondwet is
A
evenredige vertegenwoordiging in de regering
B
Recht om te stemmen
C
Belangrijkste wet van het land
D
recht op eigen mening
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de oppositie?
A
De partijen die in de regering zitten
B
De partijen die niet in de regering zitten
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een gemeenteraad?
A
De regering van een gemeente
B
De volksvertegenwoordiging van de gemeente
C
B&W van de gemeente
D
De rechterlijke macht
Slide 27 - Quizvraag
Wat is trias politica?
A
Koninklijke macht (Koning) 1ste Kamer 2de Kamer
B
Uitvoerende machten (ministers) Rechterlijke machten (rechtbank) Wetgevende machten (2de Kamer)
C
1ste Kamer parlement regering
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Regeerakkoord
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken
B
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebbe
C
Tweede en Eerste Kamer samen.
D
Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar
Slide 29 - Quizvraag
Met een wetsvoorstel kan een wet worden gemaakt of aangepast.
Wie mag er een wetsvoorstel doen?
A
De ministers en de Tweede kamer
B
De rechters
C
De politie
D
Iedereen die ouder is dan 18 jaar.
Slide 30 - Quizvraag
Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Rutte
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning
Slide 31 - Quizvraag
Wat is een burgemeester NIET?
A
Voorzitter van de gemeenteraad
B
Baas van politie en brandweer
C
Gekozen door de inwoners de gemeente
D
Lid van een landelijke politieke partij
Slide 32 - Quizvraag
Welk recht hebben alleen de 2e Kamerleden (en dus niet de 1e Kamerleden)
A
recht van budget
B
recht van interpellatie
C
recht van enquête
D
recht van initiatief
Slide 33 - Quizvraag
recht om ministers ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen.
De 2de kamer mag buiten de regering om zelf onderzoek te doen en mensen onder ede verhoren.
recht om de begroting van het kabinet goed of af te keuren.
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
recht van amendement
Slide 34 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
5. Het Parlement
Januari 2017
- Les met
29 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
5. Het Parlement
April 2018
- Les met
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Herhalingsquiz H3 Politiek
Mei 2022
- Les met
33 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Les met
45 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Les met
42 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
oefenen politiek tl
Januari 2024
- Les met
33 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhalingsquiz H3 Politiek
November 2023
- Les met
30 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Parlementaire democratie: machten
Augustus 2021
- Les met
20 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap