genregulatie

Enhancer: zorgt ervoor dat RNA polymerase beter bindt aan de promotor en er meer eiwit gemaakt wordt (activatoreiwitten binden aan de enhancers)
Silencer: zorgt ervoor dat RNA polymerase slechter bindt aan de promotor en zorgt voor verlaging van transcriptie
(repressoreiwitten binden aan de silencers) 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Enhancer: zorgt ervoor dat RNA polymerase beter bindt aan de promotor en er meer eiwit gemaakt wordt (activatoreiwitten binden aan de enhancers)
Silencer: zorgt ervoor dat RNA polymerase slechter bindt aan de promotor en zorgt voor verlaging van transcriptie
(repressoreiwitten binden aan de silencers) 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA-methylering:
DNA-methylering  is een epigenetisch proces waarbij een methylgroep (CH3-groep) aan cytosine in een CG-groep binnen het DNA-molecuul wordt toegevoegd. Hierdoor verandert de structuur van het DNA, waardoor deze bijvoorbeeld veranderd afleesbaar is tijdens een transcriptie. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA-methylering doordat er methylgroepen binden aan de stikstofbasen is                                          het DNA niet meer af te lezen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genregulatie eukaryoot  stamcellen
Alle +/- 220 celtypen in een volwassen mens zijn ontstaan uit stamcellen - cellen die nog niet (volledig) zijn gespecialiseerd.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telomerase
  • Stamcellen, zaadcelmoedercellen eicelmoedercellen  en kanker-cellen blijven onbeperkt delen
  • Telomerase maakt de telomeren van het DNA weer lang
  • In meeste cellen onderdrukt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

prokaryoot

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genregulatie in een prokaryoot 
(gen staat uit)
Genregulatie in een prokaryoot 
(gen staat aan)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPERON: 
- stuk DNA waarin regulatorgen, promotor en structuurgenen liggen 
- alle genen die vorming van eiwit reguleren 
- alleen bij prokaryoten

REPRESSIE:
- structuurgenen z, y, a
- geen lactose, geen transcriptie
- repressor blokkeert operator
- RNA polymerase geblokkeerd
- regulatorgen codeert voor repressor

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPHEFFING REPRESSIE:
- inductor lactose bindt repressor
- repressor kan operator niet meer
  blokkeren

- RNA polymerase leest structuurgenen
   z, y, a
- transcriptie van mRNA 
- eiwitsynthese van enzymen voor
   vertering lactose

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gen altijd aan tenzij genoeg

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 29 hoort bij deze afbeelding. Je ziet hier de structuurgenen die betrokken zijn bij de synthese van tryptofaan. Deze genen worden afgelezen als er niet genoeg tryptofaan in de omgeving is.