Dialoogsessie executieve functies

Dialoogsessie Lerop
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Dialoogsessie Lerop

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al over executieve functies?

Slide 2 - Woordweb

Executieve functies: 
 ‘De term executieve functies is een containerbegrip voor de mentale processen die een superviserende rol hebben bij het denken en het gedrag. Ze omvatten een aantal functies met een neurologische basis, die samenwerken bij het leiden en coördineren van onze inspanningen om een doel te bereiken.’ (Cooper-Khan & Foster, 2014, p23).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Respons-inhibitie: het vermogen om na te denken voor je iets doet.

Werkgeheugen: de vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken.

Emotieregulatie: het vermogen om emoties te reguleren om taken te voltooien of gedrag te controleren

Taakinitiatie: het vermogen om op tijd en op een efficiënte manier aan een taak te beginnen.

Planning/ prioritering: de vaardigheid om bij een planning hoofd- en bijzaken te onderscheiden.

Organisatie: het vermogen om op de hoogte te blijven van informatie of benodigde materialen en overzicht te behouden.
(Dawson & Guare, 2009)
Flexibiliteit: de vaardigheid om je aan te passen aan veranderende omstandigheden.

Volgehouden aandacht: de vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan een situatie of taak.

Emotieregulatie: het vermogen om emoties te reguleren om taken te voltooien of gedrag te controleren.

Taakinitiatie: het vermogen om op tijd en op een efficiënte manier aan een taak te beginnen.

Timemanagement: de vaardigheid om in te schatten hoe je je tijd het beste kunt verdelen om een deadline te halen.

Doelgericht gedrag: het vermogen om een doel te formuleren en dat te realiseren ondanks tegengestelde belangen.

Metacognitie: het vermogen van zelfmonitoring en zelfevaluatie.

Slide 5 - Tekstslide

Heb je in de afgelopen week een situatie meegemaakt waarin je je bewust was dat je een beroep deed op jouw executieve functies?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video








Vaardigheden die het mogelijk maken om onafhankelijk, doelgericht gedrag te laten zien
Executieve functies zijn aangeboren en ontwikkelen zich gedurende het leven. Maar een beperkt deel van de executieve functies is te trainen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De executieve functies hebben een sterke invloed op de schoolprestaties. Vaak zijn de sterkte van de functies meer voorspellend voor schoolsucces dan het IQ (waar de EF in de literatuur soms wel onder wordt geschaard).
  

Ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, ASS (Autisme) en andere specifieke stoornissen, kunnen invloed hebben op de executieve functies. Zo heeft ongeveer 60% van de leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) moeite met veel executieve functies (Hughes, 2009).
Waarom is het belangrijk om ook naar de executieve functies van je studenten te kijken?

<=

Slide 10 - Tekstslide

Wat kun je ermee in je les/begeleiding?

EF oefen je niet als losstaand iets. Je gebruikt het in combinatie met leerstof/ vakinhoud. 

Door =>
  1. Een vaardigheid aanleren is beter dan afwachten of de student het vanzelf leert.
  2. Houd rekening met het ontwikkelingsniveau van de student.
  3. Ga van buiten naar binnen. Begin dus met iets dat buiten de student is, en trek je geleidelijk terug als de vaardigheid geïnternaliseerd is.
  4. Bij het veranderen van externe factoren gaat het om de omgeving, de taak of de interactie.
  5. Gebruik de intrinsieke motivatie van de student om iets te leren beheersen.
  6. Zorg dat taken passen bij het inspanningsvermogen van de student.
  7. Zorg voor aanmoediging.
  8. Geef een student precies genoeg steun om succes te behalen.
  9. Steun studenten net zo lang totdat hij of zij succes heeft.
  10. Als je stopt met steun en beloningen, doe dat geleidelijk en niet abrupt.

Slide 11 - Tekstslide

EF nader bekeken: 

Slide 12 - Tekstslide

1.) Werkgeheugen
verbaal
korte termijn geheugen
visueel ruimtelijk
korte termijn geheugen
centrale  besturing
Werkgeheugen: de vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken.
lange termijn geheugen

Slide 13 - Tekstslide

2.) Respons-Inhibitie
Het vermogen om je eigen gedrag, handelingen en gedachten op tijd te stoppen.

Eet ze wel.... of geen snoepje???


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

3.) Flexibiliteit
  • Je kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Makkelijk kunnen switchen.

Slide 16 - Tekstslide

4.) Emotie regulatie
Vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren.

Slide 17 - Tekstslide

volhouden  aandacht
5.) Volgehouden aandacht

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

6.) Taakinitiatie
Het vermogen om op tijd en op een efficiënte manier aan een taak te beginnen.

Slide 20 - Tekstslide

   7.) Planning en prioritering
     De vaardigheid om een plan te maken om       een doel te bereiken.

     Daarbij ook kunnen beslissen wat             belangrijk en niet belangrijk is.

Slide 21 - Tekstslide

8.) Organisatie
Het vermogen om op de hoogte te blijven van informatie of benodigde materialen en overzicht te behouden.

Slide 22 - Tekstslide

9.)TIME MANAGEMENT
De vaardigheid om in te schatten hoe je je tijd het beste kunt verdelen om een deadline te halen.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Maak nu eens jouw eigen Eisenhower-Matrix

Slide 25 - Tekstslide

10.) Doelgericht werken
Het vermogen om een doel te formuleren
dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door tegengestelde belangen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een mindset?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Fixed en growth mindset
Carol Dweck stelt dat mensen op verschillende manieren tegen
leren aankijken, vanuit een fixed mindset en growth mindset (1999, 2007). Mensen met een
growth mindset geloven dat eigenschappen als intelligentie, persoonlijkheid of competenties
te ontwikkelen zijn. Daartegenover staan individuen met een fixed mindset, die geloven
dat deze eigenschappen aangeboren en onveranderlijk zijn. 

Slide 30 - Tekstslide

Fixed Mindset

- Ik vermijd uitdagingen om geen fouten te maken.
- Ik zie kritiek als een bedreiging en ga feedback uit de weg.
- Ik zie succes van een ander als bedreiging.

Growth Mindset

- Ik laat me inspireren door successen van anderen. 
- Ik doe moeite en werk hard om kwaliteiten te ontwikkelen. 
- Ik geef niet op bij tegenslagen. 

Slide 31 - Tekstslide

Hoe is je eigen mindset?

Slide 32 - Open vraag

Verwerkingsopdracht
Bekijk de video op de volgende slide en bepaal:
Wat ga jij volgende week op IWP aanpakken tav EF? (neem hierin ook de voorbereidende opdracht op deze dialoogsessie mee). Doe je dit met een fixed of growth mindset?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video