Leerdoel: Je kunt de drie soorten bloedvaten van een mens benoemen en hun kenmerken beschrijven.
Slagaders:
Vervoeren bloed vanaf hart naar orgaan
Zuurstofrijk
Dikke gespierde wand
Hoge bloeddruk
Aders:
Vervoeren bloed van orgaan naar hart
Zuurstofarm
Dunne wand, met kleppen
Lage bloeddruk
Haarvaten:
Vervoeren bloed door organen
Zeer dunne wand met kleine openingen
Opname van stoffen uit de cellen
Bloed stroomt langzaam
Liggen in organen en weefsels
Slide 7 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Slide 8 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Slide 9 - Tekstslide
8.2 Bloed stroomt
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop - Hart -> longen -> hart - zuurstofarm bloed vanaf het hart naar de longen en neemt zuurstof op, zuurstofrijk bloed stroomt naar het hart
Grote bloedsomloop - Hart -> alle organen in het lichaam -> hart - zuurstofrijk bloed vanaf het hart naar alle organen, bloed geeft zuurstof af aan organen en neemt afvalstoffen op
Slide 10 - Tekstslide
8.2 Bloed stroomt
Dubbele bloedsomloop
Bloed stroomt 2x door het hart per rondgang
Slide 11 - Tekstslide
8.2 Bloed stroomt
De weg van het bloed
Kleine bloedsomloop
- Hart -> longen -> hart
Grote bloedsomloop
- Hart -> alle organen in het lichaam -> hart
Namen bloedvaten, zie bron 5, blz. 47
Slide 12 - Tekstslide
8.2 Bloed stroomt
Hoe pompt je hart het bloed rond?
Boezems trekken samen
Kamers trekken samen
Hartpauze
Tussen boezems en kamers zitten hartkleppen, zodat het bloed niet van de kamers de boezems in kan stromen
In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen, zorgen ervoor dat bloed niet terug het hart in kan stromen.