7.Logistiek Uitstroomprofiel (oefentoets)

7.Logistiek Uitstroomprofiel (oefentoets)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

7.Logistiek Uitstroomprofiel (oefentoets)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van een goede logistieke organisatie?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De voorraad die op papier of in het voorraadbeheersysteem staat noemen we....
A
werkelijke voorraad
B
veiligheidsvoorraad
C
administratieve voorraad
D
strategische voorraad

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met 'technische' voorraad?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule die gebruikt word om de economische voorraad te berekenen? Schrijf deze voluit:

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de economische voorraad:
In het magazijn staat 44.000 kilo aardappelen. Er is 25.000 kilo verkocht, maar nog niet geleverd. Om aan de totale vraag van deze week te voldoen is er 30.000 kilo besteld. Deze bestelling is nog onderweg.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn verschillende manieren om voorraden aan te houden. Noem 4 verschillende voorraden:

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met het begrip 'veiligheidsvoorraad'?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorraad die je aanlegt van producten, (bijvoorbeeld rookworsten) die tijdelijk meer verkocht worden noem je:
A
veiligheidsvoorraad
B
ijzeren voorraad
C
promotievoorraad
D
seizoensvoorraad

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie kosten zijn verbonden aan het aanhouden van voorraad?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze kosten worden gemaakt om uitval van grondstoffen op te vangen:
A
Ruimtekosten
B
Rentekosten
C
Risicokosten
D
Randomkosten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geld geleend om de aankoop van voorraadgoederen te kunnen financieren:
A
Ruimtekosten
B
Rentekosten
C
Risicokosten
D
Randomkosten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze voorraad leg je aan wanneer je denkt dat de inkoopprijs van dit product gaat stijgen:
A
Prijsstrategische voorraad
B
Productstrategische voorraad

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee voordelen van het werken met een geautomatiseerd voorraadsysteem:

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer bedrijven digitaal voorraad- en bestelgegevens met elkaar uitwisselen is er sprake van:

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met het begrip 'ketenintegratie'?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee punten waarmee je rekening houdt bij de opslag van koel- of vriesproducten:

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'batchpicking'?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het verzamelen van orders kun je de 'largest gap-methode' toepassen. Omschrijf deze methode en noem een voordeel:

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting 'WMS' voor?
A
Warehouse Management Systeem
B
Warehouse Master Systeem
C
World Manager Space
D
Worldwide Managing System

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee methoden om goederen op pallets of containers te stapelen:

Slide 21 - Open vraag

Koud of Halfsteensstapelen
Wanneer je goederen verplaatst van de ene afdeling naar de andere, noemen we:
A
Externe distributie
B
Interne distributie
C
Opwaarts transport
D
Neerwaarts transport

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goederen worden van de fabriek naar een klant gebracht. Hier is sprake van ... distributie.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 factoren waarmee een routeplanner rekening moet houden:

Slide 24 - Open vraag

- stoptijden
- optimale belading
- efficiënte route
- verkeersomstandigheden
- rijprestaties
- capaciteit vervoersmiddel

Een bedrijf zet producten op de markt zonder te weten hoeveel vraag er naar is. Hier is sprake van:
A
Pull-strategie
B
Push-strategie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat bedoeld wordt met het 'Just-in-time-principe'

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'FEFO' en wanneer maak je hier gebruik van?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is er sprake van 'snellopers' en 'langzaamlopers'?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer maak je gebruik van 'vaste' en 'vrije' locaties?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 4 verschillende magazijnstellingen:

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies