DISK taak 5 thema 8

• NT2
• ISK

DISK taak 5 thema 8

Wat gaan we doen?

- Vorige week herhalen

- Lesdoel

- Nieuwe woorden

- Filmpje kijken 

- Opdracht

Iets nieuws wat iemand heeft bedacht en gemaakt, is een ....

Iemand die een uitvinding heeft gedaan, heet een ....

Wie is de uitvinder van Facebook?

1. Mark Zuckerberg
2. Bill Gates
3. Elon Musk
4. Steve Jobs

DISK thema 8

Wat oefen je?

Je houdt een betoog en maakt reclame.

Je tekent een robot; je beschrijft de tekening.

Je geeft instructies.

Je zoekt informatie en maakt een presentatie.

Je schrijft een verhaal over de toekomst.

DISK thema 8

Lesdoel:

Aan het einde van de les kun je een tekst schrijven over de toekomst.

Nieuwe woorden

Type hier een titel

Het gevaar⚠️

Deze machine is een groot gevaar.

🔺 Woorddriehoek:

• Probleem
• gevaarlijk 
• niet veilig

Type hier een titel

Inmiddels

Inmiddels hebben we al drie uur gewacht op de trein.

🔺 Woorddriehoek:

• Tijd
• Duren
• Nu

Type hier een titel

Lijken

De twee zussen lijken veel op elkaar.

🔺 Woorddriehoek:

• Hetzelfde
• Uiterlijk
• Vergelijking

Type hier een titel

De vlucht

🔺 Woorddriehoek:

• 
  

Type hier een titel

De voorstelling

🔺 Woorddriehoek:

• 
  

Type hier een titel

 Schitterend✨

De nieuwe Iphone maakt schitterende foto's.

🔺 Woorddriehoek:

• Mooi
• Prachtig
• Heel goed

Nu

De toekomst

Nu

Toekomst

Nu

Toekomst

Nu

Toekomst

Hoe denk jij dat de wereld er over 100 jaar uitziet?

01:38

Wat zag je op de plaatjes?

04:52

Hoe ziet het leven er over 20 jaar uit?

Opdracht 

Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Gebruik de volgende vragen:

Gebruikt iedereen over 100 jaar robots?

Wat kunnen die robots dan allemaal?

Gebruiken we dan nog computers?

Hoe wonen we?

Hoe reizen we?

Hoe ziet de de school eruit?

Tekst schrijven

Wat is belangrijk bij een tekst schrijven?

Elke tekst heeft een

                       Titel 

inleiding - middenstuk - slot.

Let op je spelling!

Let op je leestekens!

Voorbeeld:

Over 100 jaar ziet de wereld er heel anders uit. Misschien heeft iedereen robots. Robots maken eten en helpen met schoonmaken. Ze doen alles snel en goed. We gebruiken dan misschien geen computers meer, maar iets in onze brillen of horloges.

We wonen in huizen die zichzelf warm of koud maken. Reizen gaat heel snel, misschien vliegen we in auto’s of treinen door de lucht. Op school werken we met slimme schermen. Leraren zijn misschien ook robots, maar we leren nog steeds samen met andere kinderen.

De wereld wordt heel handig en slim, maar mensen moeten wel goed voor elkaar en de natuur blijven zorgen.

Voorbeeld:

Gebruikt iedereen over 100 jaar robots?

Wat kunnen die robots dan allemaal?

Gebruiken we dan nog computers?

Hoe wonen we?

Hoe reizen we?

Hoe ziet de de school eruit?

Over 100 jaar ziet de wereld er heel anders uit. Misschien heeft iedereen robots. Robots maken eten en helpen met schoonmaken. Ze doen alles snel en goed. We gebruiken dan misschien geen computers meer, maar iets in onze brillen of horloges.

We wonen in huizen die zichzelf warm of koud maken. Reizen gaat heel snel, misschien vliegen we in auto’s of treinen door de lucht. Op school werken we met slimme schermen. Leraren zijn misschien ook robots, maar we leren nog steeds samen met andere kinderen.

De wereld wordt heel handig en slim, maar mensen moeten wel goed voor elkaar en de natuur blijven zorgen.

Wat moet je doen?	Een tekst schrijven over de toekomst.
Hoe moet je dat doen?	Op papier. Zonder translate!
Kan ik hulp krijgen?	Geen translate! Als je een woord wilt vertalen kun je bij mij komen.
Hoeveel tijd heb ik?	Tot de laatste 5 minuten van de les
Wat moet je doen als klaar bent?	Lever de opdracht bij mij in en ga de bouwstenen maken in DISK.
Wat is de uitkomst van deze les?	Je hebt een goed geschreven tekst over de toekomst.

Let op!

Maandag 2 december toets!

Toets van thema 8 technologie.

Morgen doen we een oefentoets in LessonUp.

Huiswerk: Leer de woorden van de woordenlijst.

De toekomst 

De tijd die nog moet komen.

In de toekomst heeft iedereen een elektrische auto.

Het verleden 

De tijd die is geweest.

In het verleden hadden mensen geen mobiel.

Voorspellen

Zeggen wat jij denkt dat er in de toekomst gaat gebeuren.

Ik voorspel dat Nederland het WK gaat winnen.