Terugblik 11.3

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond

Slide 2 - Tekstslide

Planning periode 3

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
  • Terugblik 11.3, check of je de doelen beheerst!


  • Kennis maken met begrippen en leerdoelen 11.4 deel 1
Iedereen doet mee!
Keuze:
  Zelfstandig leerdoelen verwerken of meedoen met uitleg.
Ken je deze begrippen?
- fenotype
- genotype
- homozygoot dominant
- heterozygoot
- homozygoot recessief
- AA
- Aa
- aa

Slide 4 - Tekstslide


Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.

Wat is het fenotype van de ouders?
A
Losse oorlellen
B
Vaste oorlellen
C
Vast / Los
D
Aa

Slide 5 - Quizvraag


Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.

Welk gen is dominant?
A
Gen voor losse oorlellen
B
Gen voor vaste oorlellen
C
Geen van beiden
D
Niet te zeggen

Slide 6 - Quizvraag


Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.

Hoe wordt het genotype van de ouders genoemd?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot
C
Aa
D
aa

Slide 7 - Quizvraag


Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.

Hoe noteer je het genotype van de ouders?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot
C
Aa
D
aa

Slide 8 - Quizvraag

Vul het schema verder in, kies de woorden uit het blok hiernaast.
Er blijven woorden over
vast
vast
vast
los
homozygoot dominant
homozygoot ressecief
Aa
AA
heterozygoot
aa

Slide 9 - Sleepvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Wat is het dominante gen?
A
Zwart
B
Wit
C
Beiden
D
Geen

Slide 10 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. Hoe noteer je het genotype van de haan? 
A
Zwart
B
AzAz
C
AA
D
Homozygoot

Slide 11 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. Hoe noteer je het genotype van het kuiken?
A
Grijs
B
AzAw
C
AA
D
Heterozygoot

Slide 12 - Quizvraag


Een cavia met langhaar paart met een cavia met kort haar.
 Het jong heeft half lang haar. 
a:Wat kun je zeggen over de eigenschap haarlengte bij cavia's?
b: Noteer het genotype van vader en moeder cavia.

Slide 13 - Open vraag


In hoeverre beheers je de leerdoelen van 11.3?
Wat moet je nog doen?
A
Goed, had bijna alles goed
B
Prima, alleen begrippen ken ik nog niet goed
C
Voldoende, had wel wat fouten in begrippen en snapte niet alles
D
Slecht, had veel fouten moet de begrippen leren en oefenen met hw vragen

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoelen 11.4
  1. Je kunt uitleggen waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
  2. Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
  3. Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat een bepaald fenotype bij de F2 generatie is. 




Keuze:
Meedoen met de uitleg.
Lezen blz 112 en 114/115 en Maken en Nakijken 1 t/m 8
Na deze les heb je geoefend met de leerdoelen 1 en 2 van §11.4.
Volgende les:
Terugblik 11.1 t/m 11.4 (deel1)

Slide 15 - Tekstslide