Slavernij

Slavernij
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1637 - 1863
Slavernij 
(in Nederlandse gebieden)
Nederlandse koloniën

West-Indische Compagnie

Driehoekshandel 

Slide 2 - Tekstslide

Nederland had oa koloniën in Afrika en Amerika

WIC handelsbedrijf met schepen die alleenrecht had voor de driehoekshandel.

Driehoekshandel: de handel tussen Europa (vaak vanaf Amsterdam), Afrika en Amerika.
Doelen van deze les:
Je leert wat slavernij is.
Je leert welke rol Nederland had bij de slavernij.
Je leert wat de driehoekshandel was.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Op het kaartje zie je de driehoekshandel tussen Nederland, Afrika en Amerika. Met wie/wat worden de schepen volgeladen tijdens de reizen?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Nederland
Afrika
Amerika
Goederen zoals bustkruit, wapens en alcohol.
Tot slaaf gemaakte mensen
Goederen zoals suiker, koffie en tabak.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Tijdsduur: max. 10 minuten 
Bekijk met de leerlingen de animatie van de trans-Atlantische slavenhandel.  
Vraag: Wat valt hen op? 
Mogelijke antwoorden: jaartal/periode, stipjes zijn schepen, continent Afrika en Midden- en Zuid-Amerika. Stel vragen bijvoorbeeld: Wie weet uit welke landen de meeste schepen vertrokken? etc. 

Nederland heeft ongeveer 600.000 slaven verhandeld. De handelaren kochten de slaven in voor ongeveer 20 gulden en verkochten ze voor ongeveer 200 gulden aan de eigenaren.
Vertel dat op deze animatie de overtocht van 10 tot 15 miljoen Afrikanen die tot slaaf gemaakt werden te zien is in de periode van de 15e tot 19e eeuw. Benadruk de lange periode en de hoeveelheid schepen die hier te zien zijn. Deze zijn weergegeven als stipjes. 
Vraag: Waarom werden deze mensen naar Midden- en Zuid-Amerika gebracht?
Antwoord: Ze werden daar gedwongen te werken op plantages in Europese koloniën.  De plantages waar tot slaafgemaakten moesten werken waren van Europeanen. 
Vertel dat het doel van de deze overtocht de handel was. Er is een zogenoemde driehoekshandel waarbij de WIC vanuit Nederland handelde. Het product wat uiteindelijk werd verbouwd in de koloniën en naar Nederland werd verscheept was o.a. suiker en katoen. Deze producten kon de WIC met enorm veel winst verkopen. Deze enorme rijkdom van luxeproducten kostte talloze mensenlevens en zorgde voor veel verdriet. In de volgende slides en opdrachten komen we meer te weten over dit verdriet en hoe deze mensen als product werden gezien.
  
Notitie voor de docent met extra informatie over de driehoekshandel: 
Tussen 1650 en 1860 werden 10 tot 15 miljoen mensen ontvoerd uit verschillende West-Afrikaanse landen van Angola tot Senegal. Ze werden gedwongen om in Midden- en Zuid-Amerika te werken (bijv. Suriname, Brazilië, de Caraïbische eilanden en het Zuiden van de Verenigde Staten). Schepen vertrokken uit West-Europa met handelswaar: vuurwapens, buskruit, ijzer en textiel. In West-Afrika ruilden Europese handelaren deze waar met plaatselijke machthebbers voor mensen, goud en ivoor. Europese handelaren vervoerden de tot slaaf gemaakten in overvolle schepen onder zeer slechte omstandigheden. De Nederlandse WIC heeft zo’n 550.000 mensen verhandeld en naar Amerika gebracht waar zij op Surinaamse, Antilliaanse en Braziliaanse suiker-, koffie- en cacao-plantages moesten werken. Ook werkten ze in het zuiden van de Verenigde Staten op katoenplantages. Veel tot slaaf gemaakten stierven tijdens de boottocht. De schepen vertrokken uit Noord-Amerika en het Caraïbische gebied naar West-Europa met luxegoederen zoals suiker, rum, koffie, katoen, zilver en tabak. De Europese rijkdom en het gebruik van luxeproducten kostte talloze mensenlevens en zorgde voor veel verdriet. 
Schrijf 5 woorden op waar je aan denkt bij slavernij

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is slavernij
  • Mensen werden verkocht en werden behandeld als eigendom van hun bazen
  • Slaven moesten hard werken (zonder pauzes) op suikerriet-, koffie- of tabaksplantages, in mijnen of in het huishouden
  • Slaven kregen niet betaald
  • Slaven hadden geen vrijheid of rechten
  • Ze werden gescheiden van hun familie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afschaffing van de slavernij
Aan het einde van de 18e eeuw vonden steeds meer mensen slavenhandel onmenselijk. Vooral in Engeland voerden de mensen strijd tegen de afschuwelijke mensenhandel.

In 1833 schaften de Engelsen slavernij af.

Nederland was het één van de laatste landen die slavernij afschafte, dit was op 1 juli 1863. De slaven moesten nog wel 10 jaar voor een erg laag loon op de plantages blijven werken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Op school moet er verplicht aandacht worden besteed aan slavernij.


  • Denk hier voor jezelf eens goed over na.
  • Overleg kort met je schoudermaatje waarom je het hiermee eens of oneens bent.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herdenking op 1 juli
Op 1 juli wordt Keti Koti (ketenen gebroken) herdacht. De dag waarop de slavernij in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen officieel werd afgeschaft in 1863.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom 1 juli zo'n belangrijke dag is voor Surinaamse en Nederlandse mensen en wat er op die dag gebeurt.
Vind jij dat Keti Koti een Nationale herdenkingsdag moet worden?


  • Denk hier voor jezelf eens goed over na.
  • Overleg kort met je schoudermaatje waarom je het hiermee eens of oneens bent.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd:
Je weet wat slavernij is.
Je weet welke rol Nederland had bij de slavernij.
Je weet wat de driehoekshandel was.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies