Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling ZS en WS leerjaar 1
Grammatica
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
- Ik kan werkwoorden herkennen.
- Ik kan lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Even herhalen.
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen lidwoord?
A
de
B
het
C
die
D
een
Slide 4 - Quizvraag
Zelfstandige naamwoorden
Aantekeningen:
Mensen, dieren dingen.
Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten.
Namen
zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 6 - Quizvraag
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Calvin
B
huis
C
praat
D
oplader
Slide 7 - Quizvraag
Je ziet een tekening
Schrijf zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden op.
Slide 8 - Tekstslide
timer
2:00
000
Slide 9 - Tekstslide
Werkwoorden (ww)
Een
werkwoord
is een
woordsoort
.
De afkorting is
WW
.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn o
ok zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt
- wat iets of iemand
doet,
- wat iets of iemand
overkomt
-
wat er is gebeurd
.
Slide 10 - Tekstslide
Is 'drinken' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord
Slide 11 - Quizvraag
Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord
Slide 12 - Quizvraag
Is 'jarig' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord
Slide 13 - Quizvraag
Is 'boven' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord
Slide 14 - Quizvraag
Maken
$ 1 -> Opdracht 1 t/m 4
$ 2 -> Opdracht 1 t/m 5
Slide 15 - Tekstslide
Persoonsvorm en onderwerp
Slide 16 - Tekstslide
Doelen van de les
Je weet wat de persoonsvorm en het onderwerp zijn.
Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden.
Je kunt een passende persoonsvorm invullen in een zin.
Slide 17 - Tekstslide
Wat weet je nog over de persoonsvorm?
Slide 18 - Woordweb
Wat weet je nog over het onderwerp?
Slide 19 - Woordweb
0
Slide 20 - Video
Wat is de persoonsvorm?
Meisjes besteden meer geld aan kleding dan jongen.
A
Meisjes
B
besteden
C
meer geld
D
dan jongens
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
De meeste jongens vinden kleding niet zo belangrijk.
A
De meeste jongens
B
vinden
C
kleding
D
niet zo belangrijk
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Ik koop wel graag kleren.
A
Ik
B
koop
C
graag
D
kleren
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Maar gisteren heb ik mijn portemonnee verloren.
A
Maar
B
gisteren
C
heb
D
verloren
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Vraagzin maken
Slide 27 - Tekstslide
Tijd veranderen
Vraagzin maken
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Tekst
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
"Jari heeft een baantje gezwommen."
A
Jari
B
heeft
C
heeft gezwommen
D
gezwommen
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Morgen
willen
mijn ouders
naar het strand
Slide 33 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
De appels
hangen
aan de boom
al
Slide 34 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
persoonsvorm
(PV)
onderwerp
(O)
Gisteren
dronken
Stan en ik
cola
Slide 35 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Mijn voetbal
is
gevallen
in de sloot
Slide 36 - Sleepvraag
persoonsvorm en onderwerp?
De achtertuin is erg diep.
Slide 37 - Open vraag
persoonsvorm en onderwerp?
Hij heeft hele grote voeten.
Slide 38 - Open vraag
Maken
$ 1 -> Opdracht 1 t/m 4
$ 2 -> Opdracht 1 t/m 5
Slide 39 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4.7 Grammatica
Mei 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
1 BK 4.7 Grammatica les 2
Mei 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
4.7 grammatica Talent Max
Mei 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
4.7 Grammatica
Mei 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H4.7 Grammatica
Maart 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
H4.7 Grammatica
3 dagen geleden
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Lidwoord, zn, bn
Maart 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Les 24 - grammatica woordsoorten
December 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1