Injectienaaldtheorie: Mensen worden heel makkelijk beïnvloed:
Indoctrinatie: het hersenspoelen van het publiek.
Manipulatie: het geven van vervormde informatie (dingen verdraaien).
Media als betekenisverlener: Mensen vinden media belangrijk en daarom hebben ze op lange termijn invloed. We worden erdoor gesocialiseerd.
Multiple-step-flowtheorie: we geloven vooral opinieleiders (belangrijke mensen) hun mening.
Selectieve perceptie: We geloven wat bij ons referentiekader past. (eigen bubbel).
Agendatheorie: de media bepalen waarover wordt gepraat.