oefenen met de beinvloedingstheorieen H7

Oefenen met de De beïnvloedingstheorieën 
Hoe groot is de invloed van de media? 
En op welke manier wordt je beïnvloed?
Je kent de 5 theorieën hierover.

Deze les:
Uitleg
oefenen met quizvragen
opdrachten boek
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met de De beïnvloedingstheorieën 
Hoe groot is de invloed van de media? 
En op welke manier wordt je beïnvloed?
Je kent de 5 theorieën hierover.

Deze les:
Uitleg
oefenen met quizvragen
opdrachten boek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

injectienaaldtheorie
Mensen zijn dus makkelijk te  beïnvloeden.

manipulatie: Het geven van vervormde informatie zoals het weglaten of vervormen van feiten zonder dat het publiek dit merkt.

Voorbeeld: artikelen in roddelbladen.

Indoctrinatie: Het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.

Voorbeeld: staatstelevisie in een dictatuur (mensen krijgen niks anders te zien).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

multiple-step-flowtheorie
Niet de media zelf maar mensen die in de media komen hebben veel invloed.
Hun mening wordt snel overgenomen door veel anderen.
Opinieleiders: Mensen met veel gezag die invloed hebben op anderen.

Slide 5 - Tekstslide

Media als betekenisverlener
Media is niet alleen een communicatiemiddel, het heeft betekenis voor de gebruiker.
We willen informatie of amusement, mensen kijken lang TV of volgen apps.






Op langere termijn hebben de media invloed omdat ze via informatie en amusement toch ook waarden en normen overdragen (socialisatie) en we dus beïnvloed worden.



Slide 6 - Tekstslide

Theorie van Selectieve Perceptie
- Niet de media maar wij kiezen wat we willen zien.
- We kiezen wat bij ons referentiekader past.






Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod. 
                 Op sociale media volg je alleen sites die je aanspreken.

Slide 7 - Tekstslide

theorie van de selectieve perceptie:
Referentiekader: Al iemand zijn persoonlijke ervaringen, waarden, normen, belangen enz. 
Je kijkt op jou manier naar de wereld.

Voorbeeld:
Een vegetariër, slager of Moslim zullen hier verschillend naar kijken en een andere mening over hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Agendatheorie
De media bepaalt niet wat we denken, maar waarover we denken en praten. Media zet dingen op de agenda.

Ook op de politieke agenda (waar de politiek over praat) hebben de media invloed.

Slide 9 - Tekstslide

discussie
Er is niet één theorie de juiste.
Het werkt verschillend bij mensen.
Sommige mensen denken dat de injectienaaldtheorie achterhaald is: zo makkelijk laten we ons niet meer beïnvloeden. Maar toch  blijken reclames, games enz veel invloed te hebben op jongeren...

10 oefenvragen:

Slide 10 - Tekstslide

Kort:
Injectienaaldtheorie: Mensen worden heel makkelijk beïnvloed:
                Indoctrinatie: het hersenspoelen van het publiek. 
               Manipulatie: het geven van vervormde informatie (dingen verdraaien).
Media als betekenisverlener: Mensen vinden media belangrijk en daarom hebben ze op lange termijn invloed. We worden erdoor gesocialiseerd.

Multiple-step-flowtheorie:
 we geloven vooral opinieleiders (belangrijke mensen) hun mening.

Selectieve perceptie:
 We geloven wat bij ons referentiekader past. (eigen bubbel).

Agendatheorie:
de media bepalen waarover wordt gepraat.

Slide 11 - Tekstslide

In de reclame van de L.O.I. doen ze als of iedereen dat wel kan. Alleen maar positief.
A
Theorie van de selectieve perceptie
B
manipulatie
C
Media als betekenisverlener
D
Agendatheorie

Slide 12 - Quizvraag

De mensen praten nog lang na over de laatste uitzending van
'Boer zoekt vrouw'.
A
Multiple-step-flowtheorie
B
Selectieve perceptie
C
Agendatheorie
D
Media als betekenisverlener

Slide 13 - Quizvraag

Ik denk dat minister-president Rutte gelijk heeft als hij zegt dat de Europese Unie goed is voor Nederland.
A
Multiple-step-flowtheorie
B
Agendatheorie
C
Media als betekenisverlener
D
Theorie van de selectieve perceptie

Slide 14 - Quizvraag

Meer mensen vinden het klimaat waardevol worden omdat ze er zo vaak wat over op TV zien.
A
Media als betekenisverlener
B
Theorie van de selectieve perceptie
C
De injectienaaldtheorie
D
Agendatheorie

Slide 15 - Quizvraag

Ik kijk nooit programma's over anorexia, dan zapp ik weg.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Media als betekenisverlener
D
Theorie van de selectieve perceptie

Slide 16 - Quizvraag

Een aantal experts vertellen over de gevolgen van corona. Wij geloven dit. welke theorie is dit?
A
Injectienaaldtheorie
B
multi-stepflowtheorie
C
Selectieve perceptie theorie

Slide 17 - Quizvraag

In ieder journaal gaat het over corona dus er wordt veel over gepraat.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Selectieve perceptie

Slide 18 - Quizvraag

Ik volg het nieuws alleen via insta; zo zie ik tenminste niet al die bullshit.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Selectieve perceptie

Slide 19 - Quizvraag

Door verschillende uitzendingen en publicaties vinden steeds meer mensen zwarte piet niet meer kunnen.
A
Media als betekenisverlener
B
Theorie van de selectieve perceptie
C
De injectienaaldtheorie
D
Agendatheorie

Slide 20 - Quizvraag

Volgens mij worden in dat programma alleen de negatieve kanten van het autorijden genoemd.
A
Theorie van de selectieve perceptie
B
Injectienaaldtheorie
C
Media als betekenisverlener
D
Agendatheorie

Slide 21 - Quizvraag