elektriciteit en automatisering les 1

Elektriciteit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Als er een elektrische stroom loopt, wordt een draad warm.
Een gloeilamp is hier een goed voorbeeld van

Slide 3 - Tekstslide

Schakelingen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke deeltjes stromen er door een elektriciteitsdraad? 
  • Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
  • Welke kant stromen de elektronen op?
  • Van de plus naar de minpool



Slide 6 - Tekstslide

Serieschakeling
spanning:  Ubron =  U1 + U2 + U3
weerstand:   Rtot= R1+R2+R3+…

Slide 7 - Tekstslide

Parallelschakeling
spanning:
  Ubron = U1 = U2 =U3
Weerstand :
1/Rtot=  1/R1+  1/R2+  1/R3

Slide 8 - Tekstslide

Serieschakeling
parallelschakeling

Slide 9 - Tekstslide

Serie schakeling: 1 lange stroomkring.
Parallel schakeling: verschillende stroomkringen
6V
V?       V?       V?
6V             
V?        V?       V?
0,6A
A?                                    A?
0,6A
A?                A?        A?        A?

Slide 10 - Tekstslide

Ampère en voltmeter aansluiten - schema
1

Slide 11 - Tekstslide

Neem het schema over in je schrift en teken op de juiste plaats de voltmeter en de ampèremeter.

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking 

Slide 13 - Tekstslide

De grootheid en eenheid van spanning is
A
I in Ampere
B
I in Volt
C
U in Ampere
D
U in Volt

Slide 14 - Quizvraag

De grootheid en eenheid van stroomsterkte is:
A
I in Ampere
B
I in Volt
C
U in Ampere
D
U in Volt

Slide 15 - Quizvraag

Voor een serie schakeling geldt:
A
Itot=I1=I2=....
B
Itot=I1+I2+...
C
Utot=U1+U2+....
D
Utot=U1=U2=...

Slide 16 - Quizvraag

Wat weet je van stroom in een parallel schakeling?
A
Het is overal hetzelfde
B
Stroom in vertakking is minder dan in hoofdtak
C
Er zit geen regel aan

Slide 17 - Quizvraag

Waarom krijgen was-droog combinaties vaak een 'eigen groep'?
A
Hogere spanning
B
Hoge stroom
C
Werkt met water
D
Grotere kans op kortsluiting

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Bestudeer § 6.3 goed!

Slide 19 - Tekstslide