Wat? Opdracht 1 tot en met 3 op p. 33
Hoe? Je mag zachtjes overleggen. Te luid? Dan werken we in stilte.
Hulp? Vraag je buurman of buurvrouw.
Lukt het niet, steek je hand op, dan kom ik bij je.
Tijd? 10 minuten.
Wat heb je geleerd? Je leert het onderwerp in een zin te vinden.
Klaar? Maak opdracht 4