Ik-Boodschap: 'Ik zie dat...' of 'Ik hoor dat je zegt...'
Gedrag: Aangevuld met wat je ziet, hoort, merkt etc.
Gevoel/Gedachten: 'Dat geeft mij het gevoel dat...'
Gevolgen: 'Hierdoor gebeurt...' of 'Dat vind ik vervelend'
Gewenst: 'Ik zou het fijn vinden als...' of 'Zullen we afspreken dat...'