3. Examenvragen cultuur van het moderne - theater

Examenvragen KUA
1. Oefenen met voorbeeld theater (dada, Hugo Ball)
2. Herhalen begrippen analyse theater
3. Examenvragen theater (cultuur van het moderne) - TELT MEE ALS SO!

Periode: Cultuur van het moderne (1900-1945)
Kunstdiscipline: theater

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Examenvragen KUA
1. Oefenen met voorbeeld theater (dada, Hugo Ball)
2. Herhalen begrippen analyse theater
3. Examenvragen theater (cultuur van het moderne) - TELT MEE ALS SO!

Periode: Cultuur van het moderne (1900-1945)
Kunstdiscipline: theater

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik weet welke begrippen van theater ik nog lastig vind
Ik kan een theaterfragment analyseren met begrippen (theater) uit de syllabus
Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
Ik kan de juiste begrippen toepast op een examenvraag met een nieuw voorbeeld

Slide 2 - Tekstslide

Modern theater?
(Meyerhold, Brecht, Stanislavski, Hugo Ball?)

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat zie je in fragment?

Slide 5 - Woordweb

THEATER VORMGEVING ANALYSE:

1. SPELlvormgeving

Lichaam
Stemgebruik
Mise-en-scène
Speelstijl

2. THEATRALE VORMGEVING
Locatie
Licht
Decor
Kostuum 
Grime & hair styling
Rekwisieten / attributen
Geluid / muziek


HANS TEEUWEN  >



Slide 6 - Tekstslide

Examenvragen 
Nu gaan we aan de slag met examenvragen over theater uit cultuur van het moderne

Zie ook: 
--> kunst --> havo 2021 tijdvak 2
Vragen: 11, 12, 13, 16, 17



Slide 7 - Tekstslide

Examenvragen
Dit blok gaat over de activiteiten van Cabaret Voltaire en de eerste dadaisten in Zurich in het begin van de twintigste eeuw.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 11 (tv 2 -2021)
Als gevolgd van de Eerste Wereldoorlog, die in 1914 uitbrak, vluchtten kunstenaars en intellectuelen uit diverse landen naar Zurich. Hierdoor groeide deze stad uit tot een belangrijk internationaal kunstcentrum. ZIj ontmoetten elkaar in Cabaret Voltaire, een centrum voor kunstzinnig amusement.
In filmfragment 1 zie je een reconstructie van een optreden van Hugo Ball die in Cabaret Voltaire het klankdicht Karawane voordraagt. Op de afbeelding op de volgende slide zie je dit gedicht. 
Balls optreden is theatraal te noemen. Zo maakt hij bewust gebruikt van stem- en spraaktechniek en draagt hij een gedicht voor dat slechts bestaat uit klanken (onbegrijpelijke woorden)

Noem aan de hand van het fragment nog drie andere aspecten van Balls optreden die het theatraal maken.
Laat muziek en geluid buiten beschouwing.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tekst 1
Cabaret Voltaire (1916)
Cabaret Voltaire was een gezelschap dat op 2 februari 1916 werd opgericht door de Duitse intellectueel Hugo Ball in een cafe in Zurich. De groep werd genoemd naar de achttiende-eeuwse Franse filosoof Voltaire, die in zijn boek Candide kritiek leverde op de belachelijkheden van zijn tijd. Cabaret Voltaire werd opgericht om de gangbare 'idealen van de cultuur en van de kunst' overboord te gooien en te bespotten. Volgens Hugo Ball was Cabaret Voltaire de 'Candide van onze tijd'.
Voor Cabaret Voltaire maakten kunstenaars en intellectuelen in totale artistieke vrijheid, uiteenlopende, vaak experimentele of provocerende sketches. Men droeg gedichten voor, er vonden muziek- en dansoptredens plaats en er wereden dramateksten voorgelezen.
De oprichting van Cabaret Voltaire geldt als beginpunt van het dadaisme. De dadaisten hielden zich bezig met provocatie, ironie en humor. Zij waarderen het irrationele en het onverwachte.

Slide 12 - Tekstslide

Examenvraag (vr. 11, tv 2-2021)
Balls optreden is theatraal te noemen. Zo maakt hij bewust gebruikt van stem- en spraaktechniek en draagt hij een gedicht voor dat slechts bestaat uit klanken (onbegrijpelijke woorden)
Noem aan de hand van het fragment nog drie andere apsecten van Balls optreden die het theatraal maken.
Laat muziek en geluid buiten beschouwing.

Slide 13 - Open vraag

Vraag 12 (tv 2 - 2021)
In het fragment op volgende slide hoor je een actrice die Balls gedicht Karawane voordraagt.
Net als Hugo Ball destijds maakt zij hierbij bewust gebruik van spel- en voordrachttechnieken. Zo varieert ze bijvoorbeeld in volume om te verrassen en/of om spanning op te wekken. Bovendien sluit de voordracht aan op de typografie van het gedicht.
Leg uit op welke manier de voordracht aansluit op de typografie van het gedicht op de afbeelding (zie volgende slide).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Examenvraag (vr. 12, tv 2-2021)
Leg uit op welke manier de voordracht aansluit op de typografie van het gedicht op de afbeelding (zie volgende slide).

Slide 17 - Open vraag

Vraag 13 (tv 2-2021)
De groep kunstenaars en intellectuelen die in de begindagen van Cabarat Voltaire actief was, vormde vanaf februari 1916 de dada-beweging. Een van de oprichters van de dadagroep in Zurich was de Roemeense dichter Tristan Tzara.
In 1918 schreef Tzara zijn eerste dada-manifest. Veel avantgardistische kunstenaarsgroepen in het begin van de twintigste eeuw stelden een manifest op.
Noem drie doelen die avantgardistische kunstenaarsbewegingen wilden bereiken met het opstellen en publiceren van een manifest.

Slide 18 - Tekstslide

Tekst - Tzara (1869-1963)
Tristen Tzara (pseudoniem van Sami Rosenstock) was een Roemeens dichter, essayist en kunstenaar, die vanaf het begin bij Cabaret Voltaire betrokken was. In juli 1917 lanceerde hij het tijdschrift DADA, waarin bijdrages van vooraanstaande Europese avantgardisctische kunstenaars waren opgenomen. In 1918 schreef Tzara in zijn eerste dada-manifest:
"Ik schrijf een manifest en wil niets: toch zeg ik bepaalde dingen en ben ik principieel tegen manifesten zoals ik dat ook ben tegen principes (...) Ik ben (...) voor voortdurende tegenspreek."

Slide 19 - Tekstslide

Examenvraag (vr. 13, tv 2-2021)
Noem drie doelen die avantgardistische kunstenaarsbewegingen wilden bereiken met het opstellen en publiceren van een manifest.

Slide 20 - Open vraag

Vraag 16 (tv 2-2021)
Op de afbeelding zie je getekende kachina's, houten poppen die Hopi-indianen voor kinderen maakten. Wanneer je de kostuumontwerpen van Taeuber vergelijkt met de tekening van kachina's kun je overeenkomsten in de vormgeving zien.
(2p) Beschrijf de overeenkomst tussen Taeubers kostuum  en de kachina's. Doe dit aan de hand van twee verschillende vormgevingsaspecten (let op! beeldend)

Slide 21 - Tekstslide

Afbeelding 1

Slide 22 - Tekstslide

Afbeelding 2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Examenvraag (vr. 16, tv 2-2021)
(2p) Beschrijf de overeenkomst tussen Taeubers kostuum (afb 1 en 2) en de kachina's. Doe dit aan de hand van twee verschillende vormgevingsaspecten (let op! beeldend)

Slide 25 - Open vraag

Vraag 17 (tv 2 - 2021
Op de volgende afbeelding zie je Sophie Taeuber tijdens een optreden. Ze draagt een masker dat door beeldend kunstenaar Marcel Janco (1895-1984) gemaakt is.
In het algemeen verandert het spel van een acteur door het dragen van een masker.
Beschrijf twee manieren waarop het spel van een acteur verandert door het dragen van een masker.

Slide 26 - Tekstslide

Sophie Taeuber tijdens een optreden

Slide 27 - Tekstslide

Examenvraag (vr. 17, tv 2-2021)
Beschrijf twee manieren waarop het spel van een acteur verandert door het dragen van een masker.

Slide 28 - Open vraag


Wat vind je lastig?
Wat vind je makkelijk?
Waarover heb je nog vragen?

Slide 29 - Open vraag

ANTW vr 11
maximumscore 3
drie van de volgende:
 Hij draagt een (theatraal) kostuum (waarbij zijn handen bedekt zijn /
lichaam bedekt is).
 Hij wordt afgevoerd.
 Hij wordt bekogeld.
 Hij spreekt in een monoloog.
 Hij spreekt gericht naar het publiek.
 Er is sprake van een decor op de achtergrond.
per juist antwoord 1 

Slide 30 - Tekstslide

ANTW vr 12
maximumscore 1
een van de volgende:
 De actrice spreekt met verschillende stemmetjes (met elk een unieke
spreekwijze en een uniek stemgeluid). Dit sluit aan op de typografie
van het gedicht waarbij elke regel in een ander lettertype en/of andere
grootte is vormgegeven.
 De actrice speelt verschillende typetjes (met elk een unieke
spreekwijze en een uniek stemgeluid). Dit sluit aan op de typografie
van het gedicht waarbij elke regel in een ander lettertype en/of andere
grootte is vormgegeven.


 De actrice neemt verschillende houdingen aan / beweegt steeds
anders (bij elk lettertype lijkt ze een specifiek typetje bedacht te
hebben). Dit sluit aan op de typografie van het gedicht waarbij elke
regel in een ander lettertype en/of andere grootte is vormgegeven.
 De actrice verandert steeds van mimiek (bij elk lettertype lijkt ze een
specifiek typetje bedacht te hebben). Dit sluit aan op de typografie van
het gedicht waarbij elke regel in een ander lettertype en/of andere
grootte is vormgegeven.
Opmerking
Alleen als de aansluiting van de voordracht op de typografie juist is,
1 scorepunt toekennen.

Slide 31 - Tekstslide

ANTW vr 13
maximumscore 3
doelen van het schrijven van een manifest (drie van de volgende):
 ideeën verspreiden
 gelijkgestemden bereiken / ideeën delen
 maatschappij verbeteren / veranderen
 (als groep) reacties uitlokken/provoceren
per juist antwoord 1 

Slide 32 - Tekstslide

ANTW vr 16
maximumscore 2
vormgevingsaspect met overeenkomst (twee van de volgende):
 (vorm) Er zijn geometrische figuren (als decoratie).
 (vorm) Het gelaat in de maskers is abstract weergegeven (horizontale
balkjes als ogen).
 (kleur) Dezelfde kleuren (rood, groen, beige) zijn gebruikt.
 (compositie) De vlakverdeling is gelijkwaardig / komt overeen.
per juist antwoord 1

Slide 33 - Tekstslide

ANTW vr 17
maximumscore 2
twee van de volgende:
 De acteur past zijn spel / bewegingen aan, aan het karakter van het
masker.
 De acteur voert zijn spel meer uitvergroot / gestileerd uit, omdat de
mimiek van de acteur wegvalt achter het masker (dus moet de
beweging meer overdreven zijn).
 De acteur voert zijn spel meer gericht naar het publiek (frontaal) uit,
zodat het publiek het masker steeds goed kan zien.
per juist antwoord 1

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
Maak voor de volgende les examenvraag 16 of 17

Slide 35 - Tekstslide

Noem 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open vraag

Noem 1 ding op waar je meer over wilt weten

Slide 38 - Open vraag