§3.1 Wat is statistiek?

Binnen is beginnen!
  • Leerboek
  • Schrift (A4)
  • Ipad op de hoek van je tafel
  • Pen, potlood, gum
  • Geodriehoek
  • Rekenmachine
Jas en telefoon in de kluis.
timer
1:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Binnen is beginnen!
  • Leerboek
  • Schrift (A4)
  • Ipad op de hoek van je tafel
  • Pen, potlood, gum
  • Geodriehoek
  • Rekenmachine
Jas en telefoon in de kluis.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


HV H3 Statistiek

4HV wiskunde A

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les 

Opstart                                                                                           8 min
Uitleg 3.1                                                                                      10 min
Aan de slag                                                                                20 min
Uitleg 3.2/3.4                                                                             10 min
Afsluiting                                                                                      5 min
--> blokuur 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3 par. 3.1
LEERDOEL:
Je leert wat statistiek is.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statistiek 
Is het verzamelen, ordenen, samenvatten en analyseren van gegevens. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statistiek 



  • Voor een onderzoek naar de mening van abonnees op een krant wordt een enquête gehouden. Door middel van loting worden tien abonnees bevraagd.

  • Voor een onderzoek naar het rijgedrag van vrachtwagenchauffeurs enquêteer je mensen. Je kiest voor de uitgang/ingang van een treinstation en bevraagt vanaf 7:00 uur elk uur van de dag tien willekeurige reizigers.
Is het verzamelen, ordenen, samenvatten en analyseren van gegevens. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populatie/steekproef 
Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen. 
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.

Slide 9 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Populatie/steekproef 
v


Voorbeeld: 
Populatie: verpleegkundigen tussen de 25 en 34 jaar oud
Steekproef:  de 100 bevraagde verpleegkundigen tussen de 25 en 34 jaar oud
Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen. 
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.

Slide 10 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Populatie/steekproef 
Redenen voor een steekproef:
- Noodzaak: Soms is het niet mogelijk om de gehele populatie te onderzoeken vanwege de grootte of ontoegankelijkheid.
- Praktisch: Het is makkelijker en efficiënter om data te verzamelen voor een subset van de populatie (steekproef).
- Kosteneffectiviteit: Er zijn minder participanten en de kosten voor materialen, apparatuur en onderzoekers zijn lager.

Slide 11 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
...
- Beheersbaarheid: Het is makkelijker om statistische analyses uit te voeren met kleine datasets.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statistische variabele 
v




Kenmerken die je onderzoekt. 

Slide 13 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische variabele 
v

Welke variabelen worden 
hier onderzocht:


Kenmerken die je onderzoekt. 

Slide 14 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische variabele 
v

Welke variabelen worden 
hier onderzocht:
  • Geslacht
  • Voorkeurshand 


Kenmerken die je onderzoekt. 

Slide 15 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Data/dataset
v



Gegevens die je hebt verzameld noem je data
Verzameling van data van één of meer variabelen noem je een dataset.

Slide 16 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische uitspraken 
v

Twee uitspraken welke is een statistische uitspraak?
"Als je met twee dobbelstenen gooit zul je in 16,7% van alle worpen 7 ogen gooien."

 "40% van de leerlingen in klas 2C van school X is een meisje."

Uitspraken doen naar aanleiding van een statistisch onderzoek wordt statistische uitspraken genoemd. 

Slide 17 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische uitspraken 
v

Wel een statistische uitspraak:  "Als je met twee dobbelstenen gooit zul je in 16,7% van alle worpen 7 ogen gooien."
Je kunt beredeneren, maar of het in de praktijk uitkomt is maar de vraag. Het percentage van 16,7% zal heel vaak niet precies uitkomen. Je gaat dan heel vaak proberen.

Geen statische uitspraak: "40% van de leerlingen in klas 2C van school X is een meisje."
Dit kun je gewoon opzoeken in de schooladministratie en dan het percentage uitrekenen.

Uitspraken doen naar aanleiding van een statistisch onderzoek wordt statistische uitspraken genoemd. 

Slide 18 - Tekstslide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
In een onderzoek naar de hoeveelheid beweging bij jongeren tussen 12 en 18 jaar, zijn 1387 respondenten data verzameld.  
Populatie
Dataset
Statistische variabele
Statistische uitspraak
Leeftijd
Leeftijd van alle jongeren die verschillende vervoermiddelen hebben. 
Sport en sporttijd
Jongeren die verder dan 15 km van school wonen gaan vaker met de fiets naar school. 
Jongeren tussen 12 en 18 jaar 
Vervoermiddel
Alle jongeren die een bepaalde tijd sporten. 

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdrachten 1 t/m 5 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

      §3.1 Toenamediagrammen
Maak opdracht 1 t/m 5
      Zie studiewijzer
      25 minuten
      Maak O- of U-opgaven
      Ma 20 mei 2024




       §3.1 Stijgen en dalen
Maak opdracht 1 t/m 5
       Zie studiewijzer
       25 minuten
       Maak O- of U-opgaven
       Ma 20 mei 2024

HAVO
timer
30:00
VWO

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je leert wat een waarde van een statistische variabele is.
  • Je leert wat kwantitatieve en kwalitatieve variabelen zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten statistische variabele
Kwantitatieve variabele
Hoeveelheid uitgedrukt in een getal. 
Kwalitatieve variabele
Geeft een eigenschap (kwaliteit) weer.
Leeftijd
Lengte
Schoenmaat
Geslacht
Kleur ogen
Woonplaats

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
§3.3 Data weergeven 
Data op verschillende manieren kunnen weergeven: 
  • cirkeldiagram;
  • frequentietabel;
  • staafdiagram.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dotplot 






  • Een dotplot (puntengrafiek) is een alternatief voor een histogram.
  • Het helpt bij het zichtbaar maken van uitschieters bij kleine hoeveelheden data.
  • Langs de horizontale as staan de mogelijke waarden.
  • Op de verticale as wordt elke meting vertegenwoordigd door 1 punt. 
  • Bij grote hoeveelheden datapunten kan elke punt ook meer dan één resultaat weergeven.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies