Materialen: Schrift NE/TA voor antwoorden werkblad.
Slide 4 - Tekstslide
LESDOEL(EN)
Ik kan het lijdend voorwerp in een zin herkennen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
landen – Ik _ ___________ op Eerschot Airport. dansen – Juf Suzanne _ ____________ op Haantje Rappie. sjansen – Thijmen en Tijmen _ ____________ met de dames. vinden - _ ___________ je Joris ook zo’n knapperd?
Het ontleedteken van het lv is _________ .
Niet elke zin bevat een lijdend voorwerp.
Het lijdend voorwerp vind je door jezelf de vraag te stellen:
wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp ?
LIJDEND VOORWERP (LV)
Iza heeft een haflinger gekocht.
Slide 7 - Tekstslide
CHECK
Schrijf de zin op, zoek de (pv), verdeel de zin in | zd |, zoek het (o), eventueel een tweede werkwoord voor het {wg} en het lv.
Lilly heeft een bloem in Uden gekocht.
Slide 8 - Tekstslide
Zinnen duidelijk overschrijven en ontleden. Hulpkaart erbij (of open via Teams op laptop) en stap voor stap werken. Klaar? Laten nakijken door docent en extra oefenen via Teams (NUMO).
Slide 9 - Tekstslide
VOLGENDE LES
Huiswerk: Werkblad zinsdelen (10) via Teams: 2022 m1c ta -> Kanaal 'Grammatica - zinsdelen' -> Bestanden -> Lesmateriaal -> Huiswerk.
Antwoorden in schrift NE. Juiste ontleedtekens zijn verplicht.