HC 2.2 Communisme vs. Kapitalisme

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

HC 2.2 Communisme vs. Kapitalisme

Programma

1. Terugblikspel (10 min.)
2. Uitleg Einde WOII (15 min.)
3. Opdracht Communisme vs. Kapitalisme  (10 min.) 
4. Bespreken opdracht (rest van de les) 

Wereldrijk voor WOI

Oosterijk-Hongarije

Frankrijk 

Blijft een wereldrijk

Duitsland 

Osmaanse Rijk

Japan 

Verdwijnt na WOI

Verdwijnt na WOII

SU

Groot-Britannië

Amerika

Leerdoelen 

• Je kunt de afspraken benoemen die tijdens de conferenties van Jalta en Postdam zijn gemaakt. 

KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Opmars SU

1. Oktober 1917: De communisten aan de macht (Lenin). Rusland wordt SU en trekt zich terug uit WOI (Brest-Litovsk)
2. 1924: Stalin nieuwe leider van de SU 
3. 24 augustus 1939: Molotov-Ribbentroppact: Hitler en Stalin sluiten een niet-aanvalsverdrag. Verdelen Polen.
4. 22 juni 1941: Operatie Barbarossa: Hitler valt SU binnen. SU wordt onderdeel Geallieerden
5. 2 mei 1945: SU verovert Berlijn  

Conferentie van Jalta (febr. 1945)

• Vanaf 1944 wordt duidelijk dat Duitsland gaat verliezen 
• 1945: Drie grote winnaars vergaderen: SU (Stalin), VS (Roosevelt) en GB (Churchill) 

1. Duitsland en Berlijn in vieren gedeeld (Frankrijk ook een deel)
2. Grens SU schuift op: willen buffer tegen Duitsland.
3. Polen krijgt Duits gebied. 

Partijen zijn tevreden en nog redelijk op goede voet

Van invloedsferen naar 2 staten

Conferentie van Postdam (juli. 1945)

• Drie grote winnaars vergaderen: SU (Stalin), VS (Truman), VK (Attlee). Churchill vervangen, Roosevelt overleden 
• Door verandering in leiders, ook andere sfeer. 
• Truman vertelde over de ontwikkeling van een atoombom. Stalin niet onder de indruk, maar zag dit wel als intimidatie. 
• Truman en Stalin wilden zich beschermen tegen elkaar (VS vs SU) en ideologie (Communisme vs kapitalisme)

Opdracht (10 min) 

Jullie zitten in duo's. Één verdiept zich in het communisme, en de ander in het kapitalisme. Beantwoord hierover de volgende vragen: 

1. Wat houdt mijn stroming in? (zoveel mogelijk kenmerken); 
2. Welke belangrijke landen behoren tot mijn stroming?;
3. Voor kapitalisme/vrijemarkteconomie: leg uit de Trumandoctrine en het Marshalplan is en wat ze te maken hebben met de Koude Oorlog;
4. Voor communisme: leg uit wat planeconomie is en wat het te maken heeft met de Koude Oorlog. 

Rest van de les 

Lees: HC 2.2 'Deportatie van Duitstaligen' t/m 'Marshalplan' (Blz. 264 t/m 265)

Maak: 2.2 vr. 4 t/m 6 (blz. 269)