Vakdidactiek 1 Visiepunt

Mijn visiepunt
Kennisgebied: ruilen over tijd binnen gezinshuishoudingen, bedrijfshuishoudingen en overheidsinstellingen.

lweo jong en opud h2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mijn visiepunt
Kennisgebied: ruilen over tijd binnen gezinshuishoudingen, bedrijfshuishoudingen en overheidsinstellingen.

lweo jong en opud h2

Slide 1 - Tekstslide

Het curriculum / PTA
Ruilen over de tijd.
E 1.4 Je herkent en je past toe vanuit een context de keuze tussen en de argumentatie voor sparen en lenen, alsmede de financiële gevolgen
van sparen en lenen.
E 1.6 Je herkent en je past toe vanuit een context de invloed van inflatie op sparen en lenen.

Bron
SLO. (2023). Leerdoelenkaart Economie bovenbouw h/v. Geraadpleegd op november 28-9-2023, van https://www.slo.nl/sectoren/havo-vwo/economie-havo-vwo/bovenbouw/

Slide 2 - Tekstslide

Het belang
Betrekking op de leerling nu en in nabije toekomst --> op de financiële situatie binnen de levensloop (eigen situatie en komende fase). 
(check bronnen fined en actualiteiten/belevingswereld)

 Besef wat inflatie inhoudt en voor effecten heeft op sparen en lenen. Bronnen nodig

Slide 3 - Tekstslide

bronnen
“Financiële educatie richt zich op het vergroten van kennis, inzicht, vaardigheden en bewustzijn van kinderen, jongeren en volwassenen op het gebied van persoonlijke en maatschappelijke financiële afwegingen. Het gaat onder andere over verbetering van begrip van financiën, maar ook over het bewustzijn van risico’s van financiële handelingen en producten. Het gaat nadrukkelijk niet alleen gaat over inzicht in en kennis van financiële begrippen maar ook om vaardigheden, motivatie en bewustzijn.” (Hooghoff, Studulski, van Uffelen en Wagenaar, 2009).

. Daarnaast is financiële educatie van belang voor deze doelgroep, omdat ze actief nadenken over hun toekomst, maar dit vaak korte termijn denken is, in verband met de ontwikkeling van hun brein. (Van der Veen & Van der Wal, 2016) Het is daarom belangrijk dat deze doelgroep inzichten krijgt over de keuzes die ze te wachten staan en bewust worden van de financiële afwegingen die in de toekomst zullen plaatsvinden. Daarnaast is financiële educatie voor deze doelgroep van belang, omdat het de kans verkleint dat deze doelgroep later schulden gaat maken. (Westhof & de Ruig, 2015)

Ten eerste beschrijven Dessart & Kuylen (1986) dat financiële educatie veel negatieve gevolgen voor het participeren binnen de maatschappij kan voorkomen. Financiële problemen kunnen namelijk een sociaal isolement creëren, een buitengesloten gevoel oproepen en de mogelijkheid om makkelijk te participeren binnen de samenleving belemmeren. Daarnaast kunnen financiële zorgen ook zorgen voor verschillende gezondheidsproblemen, zoals een depressie of hart- en vaatziekten. (French & McKillop, 2017) 

Slide 4 - Tekstslide

bronnen
Hun prefontale cortex is nog niet volledig volgroeid, waardoor ze minder goed risico’s kunnen inschatten en hun gedrag en beslissingen vaak verklaard kunnen worden vanuit de korte termijn. (Van der Veen & Van der Wal, 2016) Het is hierom nog belangrijker dat scholen aandacht besteden aan welke risico’s er aan bepaalde keuzes vastzitten.
Ten derde, zijn er verschillende onderzoeken die aantonen dat financiële educatie een positief effect heeft op de leerlingen. Dit effect uit zich in betere financiële kennis en een betere gedragingen van de leerlingen (Amagir, z.d.). Ook Nout Wellink, oud president van de Nederlandse centrale bank is het hier mee eens en sprak zich tijdens een ‘Child Experts’ meeting’ in 2010 als volgt uit: “Financial awareness of consumers, young and old, is an urgent need. The question arises of where it is best to start with enhancing financial awareness? The answer to this question is clear cut. That is with the children. Adult behavior often goes back to behavior learned as a child. This is just as true for, say, doing household chores as it is for handling money. Research also shows that adults who had received a sound financial education at younger age were better at managing their money than those who had not. So to be clear on this, to prevent future financial failures and problems, financial education with a special focus on children is needed.” (Child and Youth Finance International, 2012, p10).

Slide 5 - Tekstslide

1.1 Wanneer heb je geld nodig?​
- Je kunt ruilen over de tijd uitleggen in eigen woorden

-  Je kunt het verschil tussen voorraad- en 
    stroomgrootheid benoemen

- Je kunt het verband tussen menselijk kapitaal en 
    verdiencapaciteit uitleggen

Slide 6 - Tekstslide

1.2 Sparen of lenen?​
- Je kunt redenen om te sparen benoemen
- Je kunt rekenen met rente

- Je kunt de verschillende vormen van lenen  beschrijven
- Je kunt kredietkosten berekenen

- Je kunt het risico van sparen en lenen benoemen

- Je kunt uitleggen dat de keuze om te sparen of lenen
   afhankelijk is van de economische situatie

Slide 7 - Tekstslide

De levensloop
De opeenvolging van levensfasen 

met ieder zijn eigen financiële situatie

Slide 8 - Tekstslide



Per levensfase kun je de financiële stand van zaken bekijken op dat moment. 

Hoe groot zijn je bezittingen?​
Hoe groot zijn je schulden?​
Hoe groot is je vermogen?




Per levensfase kun je ook bekijken wat er in die periode financieel gezien is gebeurd. 

Hoe groot is je inkomen?​
Hoe groot zijn je uitgaven?

Voorraadgrootheid
Stroomgrootheid
Vermogen = bezittingen - schulden
(Primair) inkomen:​
Beloning voor het beschikbaar stellen van de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal of ondernemerschap.​

Slide 9 - Tekstslide

Leenmotieven
Om tegenslagen op te vangen​


Om duurzame consumptiegoederen te kopen​


Om een tijdelijk tekort op te vangen




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Mijn vragen aan jullie
1. Hoe belangrijk vinden jullie onderwerpen die betrekking hebben op de leerling nu of in de nabije toekomst?
2. Welke andere onderdelen in het huidige curriculum vinden jullie hierbij aansluiten?
3. Vinden jullie dat dit genoeg terug komt in het economie onderwijs (in de bovenbouw)?
4. Hoe leggen jullie de koppeling met de belevingswereld van de leerlingen?

Slide 12 - Tekstslide