Les 1, 1B: Kennismaken en Taal en communicatie

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga naar een plek en ga zitten, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek Kern
• Schrift 
• Pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Afspraken
• Zelfstandig werken, maken § 1. Taal en communicatie, opdr. 1, 2, 4, 7, 9, blz. 6-9. Woordenschat § 1, in je schrift. 

• Bespreken
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik weet wat de afspraken zijn in de klas bij Nederlands.
  
• Ik weet wat ik moet meenemen.
  Lesstof:
• Ik weet welke vormen van communicatie er zijn en hoe wij met elkaar communiceren. 
• Verbale-/non-verbale communicatie kennen en gebruiken.

Afspraken 

Respect voor elkaar en elkaars spullen.

Geen eten en drinken in de klas.

Naar de toilet voor of na de les.

Wat neem je mee?

• Schrift
• Lesboek Kern
• Gevulde etui
• Oortjes
• Altijd een leesboek

Steek in Griekenland niet je duim omhoog

Doel: verbale-/non-verbale communicatie kennen en gebruiken.

1. Communicatie. We maken een schema. 

Steek in Griekenland niet je duim omhoog

Doel: verbale-/non-verbale communicatie kennen en gebruiken.

1. Communicatie. Wat kun je allemaal doen als je communiceert?
   Schrijf drie voorbeelden op en vergelijk ze met je buur.
   Verbale communicatie: Zet een 'V'  voor de voorbeelden die horen bij verbale communicatie.
   Non-verbale communicatie: Zet een 'N'  voor de voorbeelden die horen bij non-verbale communicatie.
   We bespreken de voorbeelden en je indeling.

Steek in Griekenland niet je duim omhoog

Doel: verbale-/non-verbale communicatie kennen en gebruiken.

Basisemoties boosheid, afschuw, angst, vreugde, bedroefdheid, verrassing.

Welke foto klopt bij BOOSHEID?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke foto klopt bij BEDROEFDHEID(VERDRIET)?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke foto klopt bij VREUGDE?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke foto klopt bij ANGST?

1. 
2. 
3. 
4. 

Steek in Griekenland niet je duim omhoog

Doel: verbale-/non-verbale communicatie kennen en gebruiken.

Maak in STILTE § 1. Taal en communicatie, opdr. 1, 2, 4, 7, 9, blz. 6-9. 

Woordenschat § 1: draai je schrift om en zet op de eerste bladzijde Woordenschat. Schrijf je woorden over en hun betekenis, je mag er ook tekeningen of een woordweb bij maken.  

Huiswerk: alle opdrachten paragraaf 1. Check of je antwoorden hebt op 'Heb je het leerdoel bereikt?' Dat zijn de vragen in het blauw op pagina 9.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Denk na over deze uitleg.
Is het voor jou nu duidelijk wat deze woorden inhouden: communiceren, verbaal, non-verbaal

1. Ik vind het moeilijk.
2. Met oefenen zal het wel gaan lukken.
3. Makkie, geen probleem.
4. Ik snap er echt niks van.

Tot de volgende les!